Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fin
|
|
afhaken; beëindiging; conclusie; eind; einde; eindigen; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; kappen; laatste opvoering; meet; ontknoping; ophouden; slot; slotbeschouwing; slotstuk; sluiting; sluitstuk; staken; uiteinde; uitscheiden
|
malicieux
|
|
bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
|
malin
|
|
bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; kei; listigheid; slimme vos; slimmerd; sluwheid; snoodheid
|
rusé
|
|
doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; goochemheid; leperd; leperik; listigheid; schranderheid; sluwheid; snoodheid; uitgeslapenheid
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
malicieux
|
|
boosaardig; slecht
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aiguisé
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
gehaaid; gescherpt; geslepen; gewiekst; leep; messcherp; sluw; vlijmscherp
|
fin
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
adrem; bijdehand; delicaat; dun; elegant; fel; fijn; fijn van smaak; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; gehaaid; geslepen; gevat; gewiekst; gracieus; grievend; hanig; krenkend; kwetsend; leep; lichtgebouwd; pinnig; raak; rank; scherp; scherpzinnig; schrander; sierlijk; slank; slim; sluw; snedig; snibbig; subtiel; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; uitgeslapen; vinnig; vlijmend
|
malicieux
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
bengelachtig; boefachtig; boosaardig; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; gemeen; gluiperig; guitig; hatelijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; kwajongensachtig; malicieus; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; schurkachtig; serpentachtig; snaaks; spotachtig; stekelig; ten onrechte; vals; verkeerd; verraderlijk; vijandig
|
malin
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
achterbaks; adrem; bedachtzaam; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; correct; doordacht; doortrapt; duivelachtig; duivels; fabelachtig; fantastisch; gaaf; gehaaid; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; krankzinnig; kwaadaardig; leep; listig; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; reuze; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; te gek; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; waanzinnig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
perfide
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
achterbaks; bedriegelijk; doortrapt; duivelachtig; duivels; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; listig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; ontrouw; onwaar; op steelse wijze; overspelig; perfide; slecht; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; vals; venijnig
|
raffiné
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
chic; delicaat; elegant; esthetisch; fijn van smaak; geraffineerd; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
|
rusé
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
achterbaks; adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; in het geniep; kien; kwaadaardig; leep; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen
|
taillé
|
arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
|
|