Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. arbeidzaamheid:
  2. arbeidzaam:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor arbeidzaamheid (Nederlands) in het Frans

arbeidzaamheid:


arbeidzaam:

arbeidzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. arbeidzaam (arbeidend; actief; bedrijvig; )
    actif; travaillant; travailleur; labourieusement; activement
  2. arbeidzaam (noest)
    travailleur; laborieux; actif

Vertaal Matrix voor arbeidzaam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actif actieve vorm; activum; bedrijvende vorm; boedel; huisraad; inboedel
travailleur arbeider; arbeidskracht; werker; werkkracht; werkman; werknemer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actif actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; noest; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; beweeglijk; bezig; daadkrachtig; druk; dynamisch; energiek; levendig; nijver; onrustig; roerig; snelwerkend; woelig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activement actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; beweeglijk; bezig; druk; dynamisch; energiek; levendig; nijver
laborieux arbeidzaam; noest actief; bedreven; bedrijvig; bezig; moeizaam; nijver; noest; onvermoeibaar
labourieusement actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam
travaillant actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam hardwerkend
travailleur actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; noest; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; bezig; druk

Verwante woorden van "arbeidzaam":