Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. antiek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor antieker (Nederlands) in het Frans

antiek:

antiek bijvoeglijk naamwoord

  1. antiek (oud; ouderwets)
    vieux; ancien; antique; démodé; archaïque

antiek [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het antiek
    l'antiquités

Vertaal Matrix voor antiek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancien ouderejaars; ouderling
antiquités antiek
démodé fossiel; ouderwets persoon
vieux bejaarde; oudelui; ouderen; ouwe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancien antiek; oud; ouderwets afgelopen; antiquarisch; ex; geweest; gewezen; toenmalig; verleden; voorheen; voormalig; voormalige; vorig; vorige; vroeger; vroegere
antique antiek; oud; ouderwets antiquarisch; oeroud
archaïque antiek; oud; ouderwets archaïsch; oeroud; onmodern; ouderwets; verouderd
démodé antiek; oud; ouderwets onmodern; ouderwets; ouderwetse; verouderd
vieux antiek; oud; ouderwets bejaard; oud; oude

Verwante woorden van "antiek":

  • antieken, antieker, antiekere, antieke

Wiktionary: antiek

antiek
noun
  1. oude kunst-, sier- en gebruiksvoorwerpen, die verzameld en verhandeld worden
adjective
  1. oud, maar waardevol
  2. met betrekking tot de klassiek Grieks-Romeinse oudheid
antiek
adjective
  1. exister dans l’antiquité.

Cross Translation:
FromToVia
antiek antique; ancien ancient — having lasted from a remote period