Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ankeren:
  2. anker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ankeren (Nederlands) in het Frans

ankeren:

ankeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ankeren
    l'ancrage
    • ancrage [le ~] zelfstandig naamwoord

ankeren werkwoord (anker, ankert, ankerde, ankerden, geankerd)

  1. ankeren
    mouiller; jeter l'ancre
    • mouiller werkwoord (mouille, mouilles, mouillons, mouillez, )
    • jeter l'ancre werkwoord

Conjugations for ankeren:

o.t.t.
  1. anker
  2. ankert
  3. ankert
  4. ankeren
  5. ankeren
  6. ankeren
o.v.t.
  1. ankerde
  2. ankerde
  3. ankerde
  4. ankerden
  5. ankerden
  6. ankerden
v.t.t.
  1. ben geankerd
  2. bent geankerd
  3. is geankerd
  4. zijn geankerd
  5. zijn geankerd
  6. zijn geankerd
v.v.t.
  1. was geankerd
  2. was geankerd
  3. was geankerd
  4. waren geankerd
  5. waren geankerd
  6. waren geankerd
o.t.t.t.
  1. zal ankeren
  2. zult ankeren
  3. zal ankeren
  4. zullen ankeren
  5. zullen ankeren
  6. zullen ankeren
o.v.t.t.
  1. zou ankeren
  2. zou ankeren
  3. zou ankeren
  4. zouden ankeren
  5. zouden ankeren
  6. zouden ankeren
diversen
  1. anker!
  2. ankert!
  3. geankerd
  4. ankerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ankeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancrage ankeren verankering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jeter l'ancre ankeren
mouiller ankeren afbetten; begieten; besprenkelen; besproeien; bespuiten; betten; bevochtigen; deppen; nat maken; sprenkelen; sproeien; water geven

Verwante woorden van "ankeren":


Wiktionary: ankeren

ankeren
verb
  1. het anker uitgooien met de bedoeling het schip hiermede aan de bodem van het vaarwater vast te leggen, voor anker gaan, voor anker leggen
ankeren
verb
  1. (vieilli) marine|fr jeter l’ancre.

Cross Translation:
FromToVia
ankeren ancrer anchor — to hold an object to a fixed point
ankeren jeter l’ancre; ancrer ankern — den Anker auswerfen

ankeren vorm van anker:

anker [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het anker (muuranker)
    l'ancre; l'armature
    • ancre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • armature [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het anker
    l'ancre
    • ancre [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor anker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancre anker; muuranker bladwijzer; objectanker
armature anker; muuranker beslag; bewapening
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancre verankeren

Verwante woorden van "anker":


Wiktionary: anker

anker
noun
  1. Objet pour fixer un bateau au fond marin

Cross Translation:
FromToVia
anker ancre anchor — tool to moor a vessel into sea bottom
anker ancre Anker — Eisenhaken an einer langen Kette zum Festlegen schwimmender Fahrzeuge am Fluss- oder Meeresboden