Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ample
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
accuraat; gedetailleerd; groot; groots; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; overvloedig; precies; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; secuur; uitgewerkt; weids; wijd; zorgvuldig
|
amplement
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
accuraat; gedetailleerd; groot; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; overvloedig; precies; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; secuur; uitgewerkt; wijd; zorgvuldig
|
considérable
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; ambitieus; beduidend; behoorlijk; eerzuchtig; enorm; flink; fors; frappant; groots; grootschalig; grootscheeps; important; in het oog lopend; in het oog springend; noemenswaardige; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; saillant; scheutig; streverig; substantieel; treffend; uitvoerig; veelomvattend
|
grand
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
geweldig; groot; hooggespannen; in details; overvloedig; rijkelijk; rijzig; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgewerkt; wijd
|
grandement
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig
|
large
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
brede; edel; edelmoedig; genereus; goedgeefs; groot; grootmoedig; groots; gul; in details; mild; nobel; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruim; ruimhartig; ruimschoots; scheutig; tolerant; uitgewerkt; vrijgevig; weids; wijd
|
largement
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
groot; in details; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgewerkt; verreweg; wijd
|
vaste
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; extensief; flink; fors; groot; groots; grootschalig; grootscheeps; heel erg; in details; in zeer hoge mate; overvloedig; reuze; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; veelomvattend; weids; wijd
|
volumineux
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
breed; dik; fors; lijvig; omvangrijk; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uit de kluiten gewassen; vet; vettig; volumineus
|
énorme
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; buiten proportie; curieus; enorm; enorme; fantastisch; fenomenaal; flink; formidabel; fors; gedenkwaardig; geducht; geweldig; gigantisch; groot; groots; grootschalig; heel erg; heel groot; heugelijk; huizehoog; immens; in hoge mate; in zeer hoge mate; kolossaal; levensgroot; memorabel; miraculeus; onafzienbaar; onmetelijk; onoverzienbaar; ontiegelijk; ontzettend groot; opzienbarend; overvloedig; prachtig; reusachtig; reuze; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; schromelijk; titanisch; torenhoog; uit de kluiten gewassen; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verregaand; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; zeer groot
|
étendu
|
ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
|
extensief; gespreid; gestrekt; in details; lang en smal; langgerekt; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruim; ruimschoots; scheutig; uitgebreid; uitgerekt; uitgestrekt; uitgewerkt; wijd
|