Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ambition
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; eerzucht; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
|
devotie; genegenheid; grootste streven; hoogste doel; ideaal; ijver; inzet; mikken op; overgave; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
|
application
|
ambitie; eerzucht
|
aandrang; aanleggen; aanwenden; aanwending; applicatie; arbeidzaamheid; behandeling; boordsel; devotie; doel; doeleinde; drang; galon; gebruik; genegenheid; hantering; ijver; ijverigheid; industrie; inzet; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; omzoming; oplegsel; overgave; passement; programma; streven; tak van nijverheid; toegewijdheid; toepassing; toewijding; trouw; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zakelijke toepassing; zorgzaamheid
|
ardeur
|
ambitie; eerzucht
|
aandrang; aandrift; animo; belangstelling; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; devotie; doortastendheid; drang; drift; elan; energie; enthousiasme; esprit; fascinatie; felheid; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; hitte; ijver; ijverigheid; intensiteit; interesse; inzet; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onrustigheid; onstuimigheid; overgave; passie; pit; puf; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlam; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; warmte; wellust; werklust; werkzaamheid; woeligheid; zin; zorgzaamheid
|
aspiration
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; eerzucht; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
|
aandrang; adem; ademhaling; ademtocht; drang; hunkeren; inademing; inhalatie; najagen; nastreven; smachten; speurtocht; verlangen; zoektocht
|
but
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
|
bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; doel; doel bij voetbalwedstrijd; doeleinde; doelpunt; doelstelling; doelwit; einddoel; goal; intentie; inzet; mikpunt; moedwil; oogmerk; schietschijf; streven; treffer; voornemen
|
ce que l'on vise
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
|
|
dévouement
|
ambitie; eerzucht
|
aanhankelijkheid; affectie; devotie; doel; doeleinde; gehechtheid; genegenheid; ijver; inzet; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; verknochtheid; zorgzaamheid
|
efforts
|
ambitie; eerzucht
|
aandrang; drang; inspanning; inspanningen; krachtsinspanningen; last; moeite; soesa
|
intention
|
aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
|
bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; denkbeeld; doel; doeleinde; geest; geneigdheid; gerichtheid op; gezichtspunt; idee; inhoud; intentie; interpretatie; inzet; inzicht; lezing; mening; moedwil; neiging; oogmerk; oordeel; opinie; opvatting; opzet; oriëntatie op; plan; standpunt; strekking; streven; tendens; teneur; toeleg; trend; visie; voornemen; zienswijze
|
poussée
|
ambitie; eerzucht
|
aandrang; aandrift; aandrijfkracht; aandrijving; daadkracht; drang; drijfkracht; drukte; duw; duwtje; dynamiek; energie; esprit; fut; gedrang; geduw; impuls; kracht; momentum; motor; por; prikkel; puf; stimulans; stoot; stootje; stuwkracht; toeloop; toevloed; voortstuwing; werklust; zet
|
recherche
|
ambitie; eerzucht
|
aandrang; afstropen; afzoeken; drang; geheel doorzoeken; inspectie; najagen; nasporing; nastreven; navorsing; onderzoek; opsporing; proef; research; speurtocht; speurwerk; test; traceerwerk; zoeken; zoektocht
|
zèle
|
ambitie; eerzucht
|
aandrang; arbeidskracht; arbeidsvermogen; bezetenheid; drang; drift; hartstocht; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; obsessie; passie; vlijt; vlijtigheid; vuur; werkkracht; werklust; werkvermogen; werkzaamheid
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zèle
|
|
toegewijd
|