Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ambassadeur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ambassadeur (Nederlands) in het Frans

ambassadeur:

ambassadeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ambassadeur (gezant)
    l'ambassadeur; l'envoyé; le député; le représentant; le délégué

Vertaal Matrix voor ambassadeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambassadeur ambassadeur; gezant afgevaardigde; afgezant; gezant
délégué ambassadeur; gezant afgevaardigde; afgezant; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; gezant; kamerlid; remplaçant; representant; substituut; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
député ambassadeur; gezant afgevaardigde; afgezant; benadeelde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gedupeerde; gemachtigde; gezant; kamerlid; lasthebber; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
envoyé ambassadeur; gezant
représentant ambassadeur; gezant afgevaardigde; afgezant; commis-voyageur; exponent; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; gezant; handelsreiziger; lasthebber; representant; verkoopagent; verkoper; vertegenwoordiger; zaakgelastigde

Verwante woorden van "ambassadeur":


Wiktionary: ambassadeur

ambassadeur
noun
  1. iemand die door de ene staat is aangesteld om deze staat bij een andere staat te vertegenwoordigen

Cross Translation:
FromToVia
ambassadeur ambassadeur ambassador — minister