Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor almaar (Nederlands) in het Frans

almaar:

almaar bijwoord

  1. almaar (voortdurend; ononderbroken; continue; )
    constamment; tout le temps; sans cesse; permanent; sans interruption

Vertaal Matrix voor almaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent vrijgestelde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constamment aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aanhoudend; altijd; altijddurend; bestendig; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; permanent; standvastig; steeds; vasthoudend; volhardend; voortdurend
permanent aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; altijd; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continu; continue; definitief; doorgaand; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; vastgesteld; vaststaand; voortdurend
sans cesse aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; immer; niet aflatend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; steeds opnieuw; voortdurend
sans interruption aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aanhoudend; altijd; altijddurend; constant; continu; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ononderbroken; onophoudelijk; onverstoord; permanent; steeds; voortdurend; vrijuit; zonder onderbreking
tout le temps aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend altijd; altijddurend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend