Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor agent (Nederlands) in het Frans

agent:

agent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de agent (politieagent; konstabel; gerechtsdienaar; diender)
    le policier; l'agent de police; l'agent; le représentant de la loi; le gardien de la paix; le gardien de l'ordre
  2. de agent
    l'agent
    • agent [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agent agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent geheim agent; politiespion; verwekker
agent de police agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent politieagent
gardien de l'ordre agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent
gardien de la paix agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent
policier agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent politieagent
représentant de la loi agent; diender; gerechtsdienaar; konstabel; politieagent

Verwante woorden van "agent":

  • agenten, agents

Verwante definities voor "agent":

  1. iemand die bij de politie werkt1
    • deze agent heeft mij een bon gegeven1

Wiktionary: agent

agent
noun
  1. Celui, celle, ce qui agit.

Cross Translation:
FromToVia
agent agent agent — one who acts in place of another
agent policier; policière police officer — an officer in a law enforcement agency

Verwante vertalingen van agent