Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aftakelen (Nederlands) in het Frans
aftakelen:
-
aftakelen (verzwakken; wegglijden)
affaiblir; atténuer-
affaiblir werkwoord (affaiblis, affaiblit, affaiblissons, affaiblissez, affaiblissent, affaiblissais, affaiblissait, affaiblissions, affaiblissiez, affaiblissaient, affaiblîmes, affaiblîtes, affaiblirent, affaiblirai, affaibliras, affaiblira, affaiblirons, affaiblirez, affaibliront)
-
atténuer werkwoord (atténue, atténues, atténuons, atténuez, atténuent, atténuais, atténuait, atténuions, atténuiez, atténuaient, atténuai, atténuas, atténua, atténuâmes, atténuâtes, atténuèrent, atténuerai, atténueras, atténuera, atténuerons, atténuerez, atténueront)
-
-
aftakelen (wegzinken; vervallen; wegglijden; inzinken; afzakken; afglijden)
couler; sombrer; s'enfoncer; s'enliser-
couler werkwoord (coule, coules, coulons, coulez, coulent, coulais, coulait, coulions, couliez, coulaient, coulai, coulas, coula, coulâmes, coulâtes, coulèrent, coulerai, couleras, coulera, coulerons, coulerez, couleront)
-
sombrer werkwoord (sombre, sombres, sombrons, sombrez, sombrent, sombrais, sombrait, sombrions, sombriez, sombraient, sombrai, sombras, sombra, sombrâmes, sombrâtes, sombrèrent, sombrerai, sombreras, sombrera, sombrerons, sombrerez, sombreront)
-
s'enfoncer werkwoord
-
s'enliser werkwoord
-
Conjugations for aftakelen:
o.t.t.
- takel af
- takelt af
- takelt af
- takelen af
- takelen af
- takelen af
o.v.t.
- takelde af
- takelde af
- takelde af
- takelden af
- takelden af
- takelden af
v.t.t.
- ben afgetakeld
- bent afgetakeld
- is afgetakeld
- zijn afgetakeld
- zijn afgetakeld
- zijn afgetakeld
v.v.t.
- was afgetakeld
- was afgetakeld
- was afgetakeld
- waren afgetakeld
- waren afgetakeld
- waren afgetakeld
o.t.t.t.
- zal aftakelen
- zult aftakelen
- zal aftakelen
- zullen aftakelen
- zullen aftakelen
- zullen aftakelen
o.v.t.t.
- zou aftakelen
- zou aftakelen
- zou aftakelen
- zouden aftakelen
- zouden aftakelen
- zouden aftakelen
diversen
- takel af!
- takelt af!
- afgetakeld
- aftakelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aftakelen:
Computer vertaling door derden: