Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afgieten (Nederlands) in het Frans
afgieten:
-
afgieten
égoutter; verser le trop-plein-
égoutter werkwoord (égoutte, égouttes, égouttons, égouttez, égouttent, égouttais, égouttait, égouttions, égouttiez, égouttaient, égouttai, égouttas, égoutta, égouttâmes, égouttâtes, égouttèrent, égoutterai, égoutteras, égouttera, égoutterons, égoutterez, égoutteront)
-
verser le trop-plein werkwoord
-
Conjugations for afgieten:
o.t.t.
- giet af
- giet af
- giet af
- gieten af
- gieten af
- gieten af
o.v.t.
- goot af
- goot af
- goot af
- goten af
- goten af
- goten af
v.t.t.
- heb afgegoten
- hebt afgegoten
- heeft afgegoten
- hebben afgegoten
- hebben afgegoten
- hebben afgegoten
v.v.t.
- had afgegoten
- had afgegoten
- had afgegoten
- hadden afgegoten
- hadden afgegoten
- hadden afgegoten
o.t.t.t.
- zal afgieten
- zult afgieten
- zal afgieten
- zullen afgieten
- zullen afgieten
- zullen afgieten
o.v.t.t.
- zou afgieten
- zou afgieten
- zou afgieten
- zouden afgieten
- zouden afgieten
- zouden afgieten
diversen
- giet af!
- giet af!
- afgegoten
- afgietende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor afgieten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verser le trop-plein | afgieten | |
égoutter | afgieten |