Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
efficace
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
aantrekkelijk; beproefd; beslist; deugdelijk; doelmatig; doeltreffend; doortastend; effectief; efficiënt; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; opperbest; probaat
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
catégorique
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
|
concluant
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
afsluitend; beslissend; concluderend; doorslaggevend
|
convaincant
|
afdoend; beslissend; klemmend; overtuigend
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
d'une façon convaincante
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk
|
décisif
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
aanvoerend; beslissend; cruciaal; definitieve; dominant; doorslaggevend; eerste; elementair; essentieel; gezaghebbend; kardinaal; leidend; maatgevend; meestens; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; overwegend; toonaangevend; van levensbelang; vereist; vitaal; vooraanstaande; voornaamst; wezenlijk
|
persuasif
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
overredend
|
persuasive
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
overredend
|
péremptoire
|
afdoend; beslissend; overtuigend
|
onvermurwbaar; streng; strikt; stringent
|