Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. afbraak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afbraak (Nederlands) in het Frans

afbraak:

afbraak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de afbraak (sloop)
    la destruction; la démolition

Vertaal Matrix voor afbraak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destruction afbraak; sloop debacle; demontage; ondergang; ontmanteling; ravage; teloorgang; tenondergang; uiteenname; val; vernieling; verwoesting; wegbreken
démolition afbraak; sloop demontage; ontmanteling; uiteenname; wegbreken

Wiktionary: afbraak


Cross Translation:
FromToVia
afbraak dégradation breakdown — breaking of chemical bonds within a compound
afbraak démolition demolition — the action of demolishing or destroying, in particular of buildings or other structures