Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. advent:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor advent (Nederlands) in het Frans

advent:

advent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de advent
    l'avent
    • avent [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor advent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avent advent

Wiktionary: advent

advent
noun
  1. een periode van vier weken voor Kerstmis
        2. de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus worden verwacht

advent
noun
  1. (christianisme) temps pendant lequel les catholiques se préparent, à célébrer la fête de Noël.

Cross Translation:
FromToVia
advent Avent; avent Advent — Beginn des christlichen Jahreskreises mit der Vorbereitung auf Weihnachten