Nederlands
Uitgebreide vertaling voor achteruitzetten (Nederlands) in het Frans
achteruitzetten:
-
achteruitzetten (degraderen; in rang verlagen; terugzetten; terugplaatsen)
dégrader; replacer; remettre en place; destituer; rétrograder-
dégrader werkwoord (dégrade, dégrades, dégradons, dégradez, dégradent, dégradais, dégradait, dégradions, dégradiez, dégradaient, dégradai, dégradas, dégrada, dégradâmes, dégradâtes, dégradèrent, dégraderai, dégraderas, dégradera, dégraderons, dégraderez, dégraderont)
-
replacer werkwoord (replace, replaces, replaçons, replacez, replacent, replaçais, replaçait, replacions, replaciez, replaçaient, replaçai, replaças, replaça, replaçâmes, replaçâtes, replacèrent, replacerai, replaceras, replacera, replacerons, replacerez, replaceront)
-
remettre en place werkwoord
-
destituer werkwoord (destitue, destitues, destituons, destituez, destituent, destituais, destituait, destituions, destituiez, destituaient, destituai, destituas, destitua, destituâmes, destituâtes, destituèrent, destituerai, destitueras, destituera, destituerons, destituerez, destitueront)
-
rétrograder werkwoord (rétrograde, rétrogrades, rétrogradons, rétrogradez, rétrogradent, rétrogradais, rétrogradait, rétrogradions, rétrogradiez, rétrogradaient, rétrogradai, rétrogradas, rétrograda, rétrogradâmes, rétrogradâtes, rétrogradèrent, rétrograderai, rétrograderas, rétrogradera, rétrograderons, rétrograderez, rétrograderont)
-
Conjugations for achteruitzetten:
o.t.t.
- zet achteruit
- zet achteruit
- zet achteruit
- zetten achteruit
- zetten achteruit
- zetten achteruit
o.v.t.
- zette achteruit
- zette achteruit
- zette achteruit
- zetten achteruit
- zetten achteruit
- zetten achteruit
v.t.t.
- heb achteruitgezet
- hebt achteruitgezet
- heeft achteruitgezet
- hebben achteruitgezet
- hebben achteruitgezet
- hebben achteruitgezet
v.v.t.
- had achteruitgezet
- had achteruitgezet
- had achteruitgezet
- hadden achteruitgezet
- hadden achteruitgezet
- hadden achteruitgezet
o.t.t.t.
- zal achteruitzetten
- zult achteruitzetten
- zal achteruitzetten
- zullen achteruitzetten
- zullen achteruitzetten
- zullen achteruitzetten
o.v.t.t.
- zou achteruitzetten
- zou achteruitzetten
- zou achteruitzetten
- zouden achteruitzetten
- zouden achteruitzetten
- zouden achteruitzetten
diversen
- zet achteruit!
- zet achteruit!
- achteruitgezet
- achteruitzettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze