Nederlands

Uitgebreide vertaling voor accent (Nederlands) in het Frans

accent:

accent [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het accent (klemtoon; nadruk; hoofdtoon)
    l'accent; le domaine qui mérite une attention particulière; l'accent principal; l'accentuation; l'insistance; l'inflexion; l'accent d'intensité
  2. het accent (tongval; dialect; taaltje)
    le patois; l'accent; l'argot; le jargon; le dialecte
    • patois [le ~] zelfstandig naamwoord
    • accent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • argot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jargon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dialecte [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor accent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accent accent; dialect; hoofdtoon; klemtoon; nadruk; taaltje; tongval accentteken; benadrukking; compositie; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; klemtoonteken; kleur; kleurtje; modulatie; stembuiging; stemgeluid; timbre; tint; toon; toonval; toonzetting
accent d'intensité accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
accent principal accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
accentuation accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
argot accent; dialect; taaltje; tongval dialect; schuttingtaal; straattaal; streektaal; taaltje; tongval; vakbargoens
dialecte accent; dialect; taaltje; tongval dialect; streektaal; taaltje; tongval
domaine qui mérite une attention particulière accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk aandachtspunt
inflexion accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk declinatie; verbuiging
insistance accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
jargon accent; dialect; taaltje; tongval brabbeltaal; dialect; koeterwaals; streektaal; taaltje; tongval; vakbargoens
patois accent; dialect; taaltje; tongval
- klemtoon; nadruk

Verwante woorden van "accent":


Synoniemen voor "accent":


Verwante definities voor "accent":

  1. manier waarop je de woorden uitspreekt1
    • hij spreekt Nederlands met een Engels accent1
  2. zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt1
    • het accent in 'aanraden' ligt op de eerste lettergreep1

Wiktionary: accent

accent
noun
  1. de manier waarop iemand de klanken uitspreekt
  2. een teken dat op een klinker kan worden geplaatst
accent
Cross Translation:
FromToVia
accent accent accent — stronger articulation
accent accent accent — orthography: mark to indicate accent
accent accent accent — modulation of the voice
accent accent accent — prosody: stress on syllables of a verse
accent accent accent — music: special emphasis on a tone
accent accent accent — music: recurring stress on a tone
accent accent accent — music: expressive emphasis of a passage
accent accent accent — music: rhythmical accent

Verwante vertalingen van accent