Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aas (Nederlands) in het Frans

aas:

aas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aas (lokmiddel; lokaas)
    l'appât; le leurre; l'amorce; la pâture
    • appât [le ~] zelfstandig naamwoord
    • leurre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • amorce [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pâture [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amorce aas; lokaas; lokmiddel aanvang; begin; inzet; lokvogel; opening; slaghoedje; start
appât aas; lokaas; lokmiddel lokkertje; lokvogel; visaas; visvoer
leurre aas; lokaas; lokmiddel hallucinatie; illusie; kunstaas; loer; lokstem; schijn; streek; waan; waanbeeld; waandenkbeeld; waanidee; waanvoorstelling; zinsbegoocheling
pâture aas; lokaas; lokmiddel amandelspijs; grondaas; spijs

Verwante woorden van "aas":


Wiktionary: aas

aas
noun
  1. cartes|fr carte à jouer d’une valeur parfois minimale, le plus souvent maximale.

Cross Translation:
FromToVia
aas as ace — card with a single spot
aas appât bait — substance used in catching fish
aas cadavre; carcasse carcass — dead animal
aas charogne carrion — dead flesh; carcasses
aas charogne offal — carrion
aas as Ass — eine Spielkarte
aas salope; salaud; charogne Aasnur Plural 2, (umgangssprachlich), salopp, derb, beleidigend: hinterhältige Person, gemeiner Mensch; insbesondere berlinisch auch als Anrede: Personenbezeichnung mit breiter Bedeutung, als Schimpfwort, misstrauisch-abweisend bis anerkennendhttp://www.berliner-woerterbuch
aas charogne Aasnur Plural 1: toter und meist verwesender Tierkörper