Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aarzeling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aarzeling (Nederlands) in het Frans

aarzeling:

aarzeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aarzeling (twijfeling; weifeling)
    le doute; l'hésitation; l'indécision; l'incertitude; l'accroc; l'inhibiteur; l'irrésolution

Vertaal Matrix voor aarzeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accroc aarzeling; twijfeling; weifeling hapering; kink in de kabel; winkelhaak in kleding
doute aarzeling; twijfeling; weifeling besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; twijfeling; weifeling
hésitation aarzeling; twijfeling; weifeling besluiteloosheid; blijven steken; haperen; tweestrijd; twijfel; twijfeling; twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid; weifeling
incertitude aarzeling; twijfeling; weifeling gevaar; onveiligheid; onzekerheid
indécision aarzeling; twijfeling; weifeling besluiteloosheid; halfheid; tweestrijd; twijfel; twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid; weifeling
inhibiteur aarzeling; twijfeling; weifeling
irrésolution aarzeling; twijfeling; weifeling besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling

Verwante woorden van "aarzeling":

  • aarzelingen

Wiktionary: aarzeling

aarzeling
noun
  1. onzekerheid, twijfel, weifel
aarzeling