Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aars:
  2. aar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aars (Nederlands) in het Frans

aars:

aars [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aars (anus; gat)
    le trou de balle; le derrière; la fesses; l'anus

Vertaal Matrix voor aars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anus aars; anus; gat
derrière aars; anus; gat achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
fesses aars; anus; gat
trou de balle aars; anus; gat kogelgat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
derrière aansluitend; achter; achteraan; achterop; daarachter; daarna; daarop; erachter; hierachter

Verwante woorden van "aars":


Wiktionary: aars

aars
noun
  1. anatomie|fr orifice du rectum par lequel se terminer l’intestin.

aars vorm van aar:

aar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de aar (korenaar)
    l'épi de blé

Vertaal Matrix voor aar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
épi de blé aar; korenaar

Verwante woorden van "aar":

  • aars, aren, aartjes

Wiktionary: aar

aar
noun
  1. agri|fr partie du blé et de plusieurs autres plantes graminées, qui placer au sommet de la tige, et formée par la réunion des graines.

Cross Translation:
FromToVia
aar épi ear — fruiting body of a grain plant