Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal aanwezige

Vertaal aanwezige van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

aanwezige:
- qui est présent
aanwezig:
- présent!; disponible; en stock; en magasin; en réserve
Wiktionary:
- aanwezig → présent
- aanwezig → présent, présente

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanwezige (Nederlands) in het Frans

aanwezige:

aanwezige [de ~] zelfstandig naamwoord

de aanwezige
le qui est présent
- qui est présent [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanwezige:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
qui est présent	aanwezige

Verwante woorden van "aanwezige":

aanwezig

aanwezige vorm van aanwezig:

aanwezig bijvoeglijk naamwoord

aanwezig (present!; tegenwoordig)
présent!
- présent! bijvoeglijk naamwoord
aanwezig (voorradig; in voorraad; voorhanden; op voorraad)
disponible; en stock; en magasin; en réserve
- disponible bijvoeglijk naamwoord
- en stock bijvoeglijk naamwoord
- en magasin bijvoeglijk naamwoord
- en réserve bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor aanwezig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
disponible	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbaar; beschikbare; disponibel; gereed; in de handel; in de handel verkrijgbaar; klaar; leverbaar; op voorraad; paraat; te koop; vacant; verkrijgbaar
en stock	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbare; in voorraad; leverbaar; op voorraad; verkrijgbaar
-	present
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
disponible		beschikbaar
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en magasin	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbare; leverbaar; op voorraad; verkrijgbaar
en réserve	aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig	beschikbare
présent!	aanwezig; present!; tegenwoordig

Verwante woorden van "aanwezig":

aanwezigheid, aanwezige

Synoniemen voor "aanwezig":

present

Antoniemen van "aanwezig":

absent; weg

Verwante definities voor "aanwezig":

wie ergens is¹
- alle leerlingen waren aanwezig vandaag¹

Wiktionary: aanwezig

aanwezig

adjective

tegenwoordig zijn, er zijn (van mensen)
- aanwezig → présent

aanwezig

adjective

Là où l’on est
- présent → aanwezig; present; tegenwoordig

Cross Translation:

From	To	Via
• aanwezig	→ présent; présente	↔ present — in the immediate vicinity

¹Muiswerk Woordenboek