Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanstoot (Nederlands) in het Frans
aanstoot:
Vertaal Matrix voor aanstoot:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agacement | aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen | ergernis; geprikkeldheid; geraaktheid; hinder; irritatie; korzeligheid; lichtgeraaktheid; overlast; prikkelbaarheid; wrevel |
chiffonnement | aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen | |
contrariété | aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen | tegenwind |
déplaisir | aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen | misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede |
irritation | aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen | ergernis; geprikkeldheid; geraaktheid; irritatie; korzeligheid; kriebels; lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid; prikkels; verontwaardiging; verstoordheid; wrevel |
mécontentement | aanstoot; ergernis; irritatie; misnoegen | misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; ontstemming; onvrede |
aanstoot vorm van aanstoten:
-
aanstoten
Conjugations for aanstoten:
o.t.t.
- stoot aan
- stoot aan
- stoot aan
- stoten aan
- stoten aan
- stoten aan
o.v.t.
- stootte aan
- stootte aan
- stootte aan
- stootten aan
- stootten aan
- stootten aan
v.t.t.
- heb aangestoten
- hebt aangestoten
- heeft aangestoten
- hebben aangestoten
- hebben aangestoten
- hebben aangestoten
v.v.t.
- had aangestoten
- had aangestoten
- had aangestoten
- hadden aangestoten
- hadden aangestoten
- hadden aangestoten
o.t.t.t.
- zal aanstoten
- zult aanstoten
- zal aanstoten
- zullen aanstoten
- zullen aanstoten
- zullen aanstoten
o.v.t.t.
- zou aanstoten
- zou aanstoten
- zou aanstoten
- zouden aanstoten
- zouden aanstoten
- zouden aanstoten
diversen
- stoot aan!
- stoot aan!
- aangestoten
- aanstotende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze