Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanstichten (Nederlands) in het Frans
aanstichten:
-
aanstichten (aanrichten; veroorzaken; aandoen)
causer; provoquer; commettre; faire; occasionner; mettre; inciter à-
causer werkwoord (cause, causes, causons, causez, causent, causais, causait, causions, causiez, causaient, causai, causas, causa, causâmes, causâtes, causèrent, causerai, causeras, causera, causerons, causerez, causeront)
-
provoquer werkwoord (provoque, provoques, provoquons, provoquez, provoquent, provoquais, provoquait, provoquions, provoquiez, provoquaient, provoquai, provoquas, provoqua, provoquâmes, provoquâtes, provoquèrent, provoquerai, provoqueras, provoquera, provoquerons, provoquerez, provoqueront)
-
commettre werkwoord (commets, commet, commettons, commettez, commettent, commettais, commettait, commettions, commettiez, commettaient, commis, commit, commîmes, commîtes, commirent, commettrai, commettras, commettra, commettrons, commettrez, commettront)
-
faire werkwoord (fais, fait, faisons, faites, font, faisais, faisait, faisions, faisiez, faisaient, fis, fit, fîmes, fîtes, firent, ferai, feras, fera, ferons, ferez, feront)
-
occasionner werkwoord (occasionne, occasionnes, occasionnons, occasionnez, occasionnent, occasionnais, occasionnait, occasionnions, occasionniez, occasionnaient, occasionnai, occasionnas, occasionna, occasionnâmes, occasionnâtes, occasionnèrent, occasionnerai, occasionneras, occasionnera, occasionnerons, occasionnerez, occasionneront)
-
mettre werkwoord (mets, met, mettons, mettez, mettent, mettais, mettait, mettions, mettiez, mettaient, mis, mit, mîmes, mîtes, mirent, mettrai, mettras, mettra, mettrons, mettrez, mettront)
-
inciter à werkwoord
-
Conjugations for aanstichten:
o.t.t.
- sticht aan
- sticht aan
- sticht aan
- stichten aan
- stichten aan
- stichten aan
o.v.t.
- stichtte aan
- stichtte aan
- stichtte aan
- stichtten aan
- stichtten aan
- stichtten aan
v.t.t.
- heb aangesticht
- hebt aangesticht
- heeft aangesticht
- hebben aangesticht
- hebben aangesticht
- hebben aangesticht
v.v.t.
- had aangesticht
- had aangesticht
- had aangesticht
- hadden aangesticht
- hadden aangesticht
- hadden aangesticht
o.t.t.t.
- zal aanstichten
- zult aanstichten
- zal aanstichten
- zullen aanstichten
- zullen aanstichten
- zullen aanstichten
o.v.t.t.
- zou aanstichten
- zou aanstichten
- zou aanstichten
- zouden aanstichten
- zouden aanstichten
- zouden aanstichten
diversen
- sticht aan!
- sticht aan!
- aangesticht
- aanstichtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aanstichten:
Wiktionary: aanstichten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanstichten | → inciter; susciter | ↔ instigate — to goad or urge forward; to set on; to provoke; to incite |
Computer vertaling door derden: