Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aanraden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanraden (Nederlands) in het Frans

aanraden:

aanraden werkwoord (raad aan, raadt aan, ried aan, rieden aan, aangeraden)

  1. aanraden (iemand recommanderen; aanbevelen; voordragen; nomineren)
    recommander; conseiller; nommer; proposer; patronner; préconiser; présenter; appuyer
    • recommander werkwoord (recommande, recommandes, recommandons, recommandez, )
    • conseiller werkwoord (conseille, conseilles, conseillons, conseillez, )
    • nommer werkwoord (nomme, nommes, nommons, nommez, )
    • proposer werkwoord (propose, proposes, proposons, proposez, )
    • patronner werkwoord (patronne, patronnes, patronnons, patronnez, )
    • préconiser werkwoord (préconise, préconises, préconisons, préconisez, )
    • présenter werkwoord (présente, présentes, présentons, présentez, )
    • appuyer werkwoord (appuie, appuies, appuyons, appuyez, )
  2. aanraden (adviseren; van raad dienen)
    conseiller; recommander; préconiser; donner un avis
    • conseiller werkwoord (conseille, conseilles, conseillons, conseillez, )
    • recommander werkwoord (recommande, recommandes, recommandons, recommandez, )
    • préconiser werkwoord (préconise, préconises, préconisons, préconisez, )
    • donner un avis werkwoord

Conjugations for aanraden:

o.t.t.
  1. raad aan
  2. raadt aan
  3. raadt aan
  4. raden aan
  5. raden aan
  6. raden aan
o.v.t.
  1. ried aan
  2. ried aan
  3. ried aan
  4. rieden aan
  5. rieden aan
  6. rieden aan
v.t.t.
  1. heb aangeraden
  2. hebt aangeraden
  3. heeft aangeraden
  4. hebben aangeraden
  5. hebben aangeraden
  6. hebben aangeraden
v.v.t.
  1. had aangeraden
  2. had aangeraden
  3. had aangeraden
  4. hadden aangeraden
  5. hadden aangeraden
  6. hadden aangeraden
o.t.t.t.
  1. zal aanraden
  2. zult aanraden
  3. zal aanraden
  4. zullen aanraden
  5. zullen aanraden
  6. zullen aanraden
o.v.t.t.
  1. zou aanraden
  2. zou aanraden
  3. zou aanraden
  4. zouden aanraden
  5. zouden aanraden
  6. zouden aanraden
diversen
  1. raad aan!
  2. raadt aan!
  3. aangeraden
  4. aanradende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanraden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conseiller adviseur; consulent; raadgever; raadsman
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appuyer aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen baseren; bemoedigen; bijvallen; coöpereren; dragen; drukken; funderen; indrukken; induwen; instemmen; knellen; meewerken; ondersteunen; opbeuren; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; steunen op; stutten; tikken op; troosten; vertroosten
conseiller aanbevelen; aanraden; adviseren; iemand recommanderen; nomineren; van raad dienen; voordragen adviseren; iets aanraden; ingeven; raadgeven; raden; recommanderen; suggereren
donner un avis aanraden; adviseren; van raad dienen raadgeven
nommer aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aannemen; aanstellen; aantrekken; benoemen; bestempelen; betitelen; een naam geven; erbij zeggen; in dienst nemen; in functie aanstellen; inhuren; installeren; met name noemen; noemen; opnoemen; opsommen; vermelden; vernoemen
patronner aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen beschermen
proposer aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aanbieden; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; een voorstel doen; entameren; geld opleveren; gesprek aanknopen; inbrengen; indienen; laten zien; naar voren brengen; offreren; op tafel leggen; openen; opperen; opwerpen; poneren; postuleren; presenteren; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter overweging geven; ter sprake brengen; tonen; uitloven; voorleggen; vooronderstellen; voorslaan; voorstellen
préconiser aanbevelen; aanraden; adviseren; iemand recommanderen; nomineren; van raad dienen; voordragen
présenter aanbevelen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; voordragen aan tafel bedienen; aanbieden; aangeven; aankaarten; aanmelden; aanreiken; aansnijden; aanvoeren; afgeven; bedienen; bieden; entameren; exposeren; formuleren; geven; in een formule brengen; indienen; inkleden; inleven; inschrijven; intekenen; invoelen; laten zien; meeleven; naar voren brengen; offreren; op tafel leggen; opdienen; opdissen; opgeven; opperen; opwerpen; overgeven; overhandigen; poneren; presenteren; subscriberen; te berde brengen; tentoonstellen; ter overweging geven; ter sprake brengen; toesteken; tonen; vertonen; voelen; voor ogen brengen; voorleggen; voorschotelen; voorzetten
recommander aanbevelen; aanraden; adviseren; iemand recommanderen; nomineren; van raad dienen; voordragen aanbevelen; aanprijzen; adviseren; iets aanraden; ingeven; raden; recommanderen; suggereren

Wiktionary: aanraden

aanraden
verb
  1. Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
aanraden recommander; préconiser; conseiller empfehlen — (transitiv) jemanden als vorteilhaft, geeignet, zuverlässig infrage kommend benennen; jemandem anraten, sich für jemanden beziehungsweise etwas zu entscheiden
aanraden recommander recommend — to commend to the favorable notice of another

Verwante vertalingen van aanraden