Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aaneengroeien (Nederlands) in het Frans
aaneengroeien:
aaneengroeien werkwoord (groei aaneen, groeit aaneen, groeide aaneen, groeiden aaneen, aaneengegroeid)
-
aaneengroeien (samengroeien)
Conjugations for aaneengroeien:
o.t.t.
- groei aaneen
- groeit aaneen
- groeit aaneen
- groeien aaneen
- groeien aaneen
- groeien aaneen
o.v.t.
- groeide aaneen
- groeide aaneen
- groeide aaneen
- groeiden aaneen
- groeiden aaneen
- groeiden aaneen
v.t.t.
- ben aaneengegroeid
- bent aaneengegroeid
- is aaneengegroeid
- zijn aaneengegroeid
- zijn aaneengegroeid
- zijn aaneengegroeid
v.v.t.
- was aaneengegroeid
- was aaneengegroeid
- was aaneengegroeid
- waren aaneengegroeid
- waren aaneengegroeid
- waren aaneengegroeid
o.t.t.t.
- zal aaneengroeien
- zult aaneengroeien
- zal aaneengroeien
- zullen aaneengroeien
- zullen aaneengroeien
- zullen aaneengroeien
o.v.t.t.
- zou aaneengroeien
- zou aaneengroeien
- zou aaneengroeien
- zouden aaneengroeien
- zouden aaneengroeien
- zouden aaneengroeien
diversen
- groei aaneen!
- groeit aaneen!
- aaneengegroeid
- aaneengroeiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aaneengroeien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
se souder | aaneengroeien; samengroeien | fuseren; ineensmelten; samensmelten; versmelten |
Wiktionary: aaneengroeien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aaneengroeien | → [[se souder]] | ↔ knit — intransitive: to become closely joined |
Computer vertaling door derden: