Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Frans:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Frans (Nederlands) in het Frans

Frans:

Frans bijvoeglijk naamwoord

  1. Frans
    français; française

Frans [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het Frans
    le français

Vertaal Matrix voor Frans:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
français Frans
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
français Frans
française Frans

Wiktionary: Frans

Frans
noun
  1. een taal die gesproken wordt in Frankrijk, België, Luxemburg, Zwitserland, Senegal, Canada, Monaco, Togo en Benin
proper noun
  1. een mannelijke voornaam
adjective
  1. betreffende Frankrijk of het Frans
Frans
adjective
  1. Relatif à la France, ses habitants, sa culture.
  2. Relatif à la langue française.
  3. Relatif à la France, ou à ses habitants, ou à sa culture.
noun
  1. Langue parlée entre autres en France, en Suisse…

Cross Translation:
FromToVia
Frans François; Francis Francis — male given name
Frans langue française; français French — Romance language spoken in France
Frans français French — of or relating to France
Frans français French — of or relating to the French people
Frans français French — of or relating to the French language
Frans français; fraunceiz Französisch — in Frankreich beheimatete romanische Sprache
Frans français französisch — die Sprache der Franzosen betreffend
Frans français französisch — den Franzosen zugeschriebene Eigenschaften
Frans français französischFrankreich betreffend, zu Frankreich gehörig

Verwante vertalingen van Frans