Vracht: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

vracht:
- cargaison; fardeau; affrètement; fret; transport; charge; chargement
Wiktionary:
- vracht → charge, chargement, cargaison, bateau, fret
- vracht → cargaison, fret

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vracht (Nederlands) in het Frans

de vracht (belading; lading; last)
la cargaison
- cargaison [la ~] zelfstandig naamwoord
de vracht (cargo; lading)
le fardeau; la cargaison; l'affrètement; le fret; le transport
- fardeau [le ~] zelfstandig naamwoord
- cargaison [la ~] zelfstandig naamwoord
- affrètement [le ~] zelfstandig naamwoord
- fret [le ~] zelfstandig naamwoord
- transport [le ~] zelfstandig naamwoord
de vracht (bevrachting)
le fret; la charge; le chargement; le fardeau; la cargaison; l'affrètement
- fret [le ~] zelfstandig naamwoord
- charge [la ~] zelfstandig naamwoord
- chargement [le ~] zelfstandig naamwoord
- fardeau [le ~] zelfstandig naamwoord
- cargaison [la ~] zelfstandig naamwoord
- affrètement [le ~] zelfstandig naamwoord
de vracht
le fret
- fret [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affrètement	bevrachting; cargo; lading; vracht	bevrachtingsovereenkomst; charter; charteren
cargaison	belading; bevrachting; cargo; lading; last; vracht	druk; financiële last; scheepsbuik; transport; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
charge	bevrachting; vracht	aanval; attaque; belasting; belastingdienst; belastingen; bestorming; draaglast; druk; electrische lading; financiële last; fiscus; gevoelslast; heffingen; lading; last; offensief; run; stormaanval; stormloop; transport; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
chargement	bevrachting; vracht	afvoer; electrische lading; inlading; inscheping; laden; lading; overbrenging; scheepslading; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer; vrachtvervoer; wagonlading; wegtransport; wegvervoer
fardeau	bevrachting; cargo; lading; vracht	druk; financiële last; gevoelslast; last; molensteen; vrachtgoed
fret	bevrachting; cargo; lading; vracht
transport	cargo; lading; vracht	afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
-	lading; last

waar je een vervoermiddel mee volstopt of belast¹
- er werd een vracht hout gebracht¹

vracht

noun

vracht

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• vracht	→ cargaison	↔ cargo — freight carried by a ship
• vracht	→ fret	↔ freight — goods