Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- haalbaar:
-
Wiktionary:
- haalbaar → réalisable
- haalbaar → réussissable, faisable
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor haalbaar (Nederlands) in het Frans
haalbaar:
-
haalbaar (verwezenlijkbaar; realiseerbaar; te doen)
réalisable; faisable; à faire-
réalisable bijvoeglijk naamwoord
-
faisable bijvoeglijk naamwoord
-
à faire bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor haalbaar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
à faire | taak | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
faisable | haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar | begaanbaar; bereikbaar; doenlijk; maakbaar; toegankelijk; uitvoerbaar |
réalisable | haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar | begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk; uitvoerbaar; verzilverbaar |
à faire | haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar | begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk |
Verwante woorden van "haalbaar":
Wiktionary: haalbaar
haalbaar
Cross Translation:
adjective
-
Qui est susceptible de se réaliser, d’être réalisé.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• haalbaar | → réussissable | ↔ achievable — capable of being achieved |
• haalbaar | → faisable | ↔ feasible — that can be done in practice |