Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegbergen (Nederlands) in het Frans
wegbergen:
-
wegbergen (wegsluiten; opbergen)
enfermer; mettre sous clé-
enfermer werkwoord (enferme, enfermes, enfermons, enfermez, enferment, enfermais, enfermait, enfermions, enfermiez, enfermaient, enfermai, enfermas, enferma, enfermâmes, enfermâtes, enfermèrent, enfermerai, enfermeras, enfermera, enfermerons, enfermerez, enfermeront)
-
mettre sous clé werkwoord
-
-
wegbergen (opbergen)
ranger; mettre dans un armoire ou dans un tiroir; enfermer; mettre de côté; renfermer-
ranger werkwoord (range, ranges, rangeons, rangez, rangent, rangeais, rangeait, rangions, rangiez, rangeaient, rangeai, rangeas, rangea, rangeâmes, rangeâtes, rangèrent, rangerai, rangeras, rangera, rangerons, rangerez, rangeront)
-
mettre dans un armoire ou dans un tiroir werkwoord
-
enfermer werkwoord (enferme, enfermes, enfermons, enfermez, enferment, enfermais, enfermait, enfermions, enfermiez, enfermaient, enfermai, enfermas, enferma, enfermâmes, enfermâtes, enfermèrent, enfermerai, enfermeras, enfermera, enfermerons, enfermerez, enfermeront)
-
mettre de côté werkwoord
-
renfermer werkwoord (renferme, renfermes, renfermons, renfermez, renferment, renfermais, renfermait, renfermions, renfermiez, renfermaient, renfermai, renfermas, renferma, renfermâmes, renfermâtes, renfermèrent, renfermerai, renfermeras, renfermera, renfermerons, renfermerez, renfermeront)
-
Conjugations for wegbergen:
o.t.t.
- berg weg
- bergt weg
- bergt weg
- bergen weg
- bergen weg
- bergen weg
o.v.t.
- borg weg
- borg weg
- borg weg
- borgen weg
- borgen weg
- borgen weg
v.t.t.
- heb weggeborgen
- hebt weggeborgen
- heeft weggeborgen
- hebben weggeborgen
- hebben weggeborgen
- hebben weggeborgen
v.v.t.
- had weggeborgen
- had weggeborgen
- had weggeborgen
- hadden weggeborgen
- hadden weggeborgen
- hadden weggeborgen
o.t.t.t.
- zal wegbergen
- zult wegbergen
- zal wegbergen
- zullen wegbergen
- zullen wegbergen
- zullen wegbergen
o.v.t.t.
- zou wegbergen
- zou wegbergen
- zou wegbergen
- zouden wegbergen
- zouden wegbergen
- zouden wegbergen
diversen
- berg weg!
- bergt weg!
- weggeborgen
- wegbergend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wegbergen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
renfermer | behelzen; inhouden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enfermer | opbergen; wegbergen; wegsluiten | omgeven; omringen; omvatten; opsluiten; vastzetten |
mettre dans un armoire ou dans un tiroir | opbergen; wegbergen | |
mettre de côté | opbergen; wegbergen | afzonderen; apart zetten; bewaren; hamsteren; isoleren; op bankrekening zetten; oppotten; opsparen; opzij leggen; opzijzetten; potten; reserveren; sparen; voorbehouden; wegzetten |
mettre sous clé | opbergen; wegbergen; wegsluiten | |
ranger | opbergen; wegbergen | archiveren; bergen; bewaren; bijeen scharrelen; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opbergen; opruimen; opschonen; opslaan; opzij leggen; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; samenpakken; samenrapen; scharen; stallen; stouwen; vlijen; wegleggen; wegzetten; zetten |
renfermer | opbergen; wegbergen | bevatten; inhouden |
Wiktionary: wegbergen
wegbergen
verb
-
Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).