Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- waarborg:
- waarborgen:
-
Wiktionary:
- waarborg → garantie
- waarborgen → assurer, cautionner
- waarborgen → garantir
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor waarborg (Nederlands) in het Frans
waarborg:
-
de waarborg (borg; garantie; cautie; onderpand; waarborgsom; waarborging; pand)
-
de waarborg (keur)
Vertaal Matrix voor waarborg:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
caution | borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom | borgsom; borgtocht; onderpand; securiteit; waarborgsom |
garant | borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom | borger; borgsom; garant; garantie; gratis service; inktstempel; stempel; waarborger; zegel |
garantie | keur; waarborg | beslistheid; garantie; garantiebewijs; gratis service; inktstempel; onderpand; onderpanden; pertinentie; securiteit; standvastigheid; stelligheid; stempel; vastberadenheid; vrijwaring; waarborgsom; zegel; zekerheidstelling |
poinçon | keur; waarborg | drevel; eigenschap; elsbes; handelsmerk; handelsnaam; inktstempel; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; pons; priem; stempel; stigma; warenmerk; zegel |
Verwante woorden van "waarborg":
Wiktionary: waarborg
waarborg
noun
waarborg
-
een geldbedrag of iets anders dat tijdelijk gegeven wordt als onderpand voor het geval men een verplichting niet na kan komen
- waarborg → garantie
noun
-
engagement par lequel on garantir. Il se dit surtout en matière de procédure et de négociations.
waarborg vorm van waarborgen:
-
waarborgen (garanderen; verzekeren; instaan voor; vast beloven)
garantir; assurer; rassurer; certifier; être garant de; se porter garant; ratifier; répondre pour; se porter caution pour-
garantir werkwoord (garantis, garantit, garantissons, garantissez, garantissent, garantissais, garantissait, garantissions, garantissiez, garantissaient, garantîmes, garantîtes, garantirent, garantirai, garantiras, garantira, garantirons, garantirez, garantiront)
-
assurer werkwoord (assure, assures, assurons, assurez, assurent, assurais, assurait, assurions, assuriez, assuraient, assurai, assuras, assura, assurâmes, assurâtes, assurèrent, assurerai, assureras, assurera, assurerons, assurerez, assureront)
-
rassurer werkwoord (rassure, rassures, rassurons, rassurez, rassurent, rassurais, rassurait, rassurions, rassuriez, rassuraient, rassurai, rassuras, rassura, rassurâmes, rassurâtes, rassurèrent, rassurerai, rassureras, rassurera, rassurerons, rassurerez, rassureront)
-
certifier werkwoord (certifie, certifies, certifions, certifiez, certifient, certifiais, certifiait, certifiions, certifiiez, certifiaient, certifiai, certifias, certifia, certifiâmes, certifiâtes, certifièrent, certifierai, certifieras, certifiera, certifierons, certifierez, certifieront)
-
être garant de werkwoord
-
se porter garant werkwoord
-
ratifier werkwoord (ratifie, ratifies, ratifions, ratifiez, ratifient, ratifiais, ratifiait, ratifiions, ratifiiez, ratifiaient, ratifiai, ratifias, ratifia, ratifiâmes, ratifiâtes, ratifièrent, ratifierai, ratifieras, ratifiera, ratifierons, ratifierez, ratifieront)
-
répondre pour werkwoord
-
se porter caution pour werkwoord
-
Conjugations for waarborgen:
o.t.t.
- waarborg
- waarborgt
- waarborgt
- waarborgen
- waarborgen
- waarborgen
o.v.t.
- waarborgde
- waarborgde
- waarborgde
- waarborgden
- waarborgden
- waarborgden
v.t.t.
- heb gewaarborgd
- hebt gewaarborgd
- heeft gewaarborgd
- hebben gewaarborgd
- hebben gewaarborgd
- hebben gewaarborgd
v.v.t.
- had gewaarborgd
- had gewaarborgd
- had gewaarborgd
- hadden gewaarborgd
- hadden gewaarborgd
- hadden gewaarborgd
o.t.t.t.
- zal waarborgen
- zult waarborgen
- zal waarborgen
- zullen waarborgen
- zullen waarborgen
- zullen waarborgen
o.v.t.t.
- zou waarborgen
- zou waarborgen
- zou waarborgen
- zouden waarborgen
- zouden waarborgen
- zouden waarborgen
diversen
- waarborg!
- waarborgt!
- gewaarborgd
- waarborgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor waarborgen:
Verwante woorden van "waarborgen":
Wiktionary: waarborgen
waarborgen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waarborgen | → garantir | ↔ garantieren — etwas zusichern |
Computer vertaling door derden: