Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. suède:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Suède:
  2. suède:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor suède (Nederlands) in het Frans

suède:

suède [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de suède
    le cuir suédé; le suède; le daim
    • cuir suédé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • suède [le ~] zelfstandig naamwoord
    • daim [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor suède:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuir suédé suède
daim suède daim; hertenleer; hertsleer
suède suède

Wiktionary: suède

suède
noun
  1. cuir avec une finition doux.



Frans

Uitgebreide vertaling voor suède (Frans) in het Nederlands

Suède:

Suède [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la Suède
    de Zweden; Zweden land

Suède zelfstandig naamwoord

  1. Suède
    Zweden
    • Zweden [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Suède:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zweden Suède
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zweden land Suède

Wiktionary: Suède

Suède
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
Suède Zweden Sweden — Scandinavian country
Suède Zweden SchwedenStaat in Skandinavien

suède:

suède [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le suède (daim; cuir suédé)
    de suède
    • suède [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor suède:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
suède cuir suédé; daim; suède

Wiktionary: suède

suède
noun
  1. cuir avec une finition doux.

Verwante vertalingen van suède