Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kruin:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kruin (Nederlands) in het Frans

kruin:

kruin [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kruin (hoogste punt; top)
    le faîte; le sommet; l'haut; la cime
    • faîte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • haut [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cime [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kruin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cime hoogste punt; kruin; top bergtop; centrumspits; dakvorst; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; nok; piek; spits; top
faîte hoogste punt; kruin; top dakvorst; hoogtepunt; nok; piek; top; toppunt; zenit
haut hoogste punt; kruin; top
sommet hoogste punt; kruin; top bergspits; bergtop; centrumspits; culminatie; dakvorst; hoekpunt; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogtepunt; nok; piek; spits; summum; top; topconferentie; topontmoeting; toppunt; zenit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haut hard; hardop; luid; luidkeels; uit volle borst

Verwante woorden van "kruin":


Wiktionary: kruin

kruin
noun
  1. Le comble, la partie la plus élever d’un bâtiment, d’un édifice.
  2. élévation, hauteur.

Cross Translation:
FromToVia
kruin sommet crown — of the head
kruin cuir chevelu scalp — part of head where the hair grows
kruin cime; sommet; haut d’un arbre; faîte de l’arbre WipfelBotanik: Baumspitze, oberste Teil des Baumes