Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitbundig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitbundig (Nederlands) in het Frans

uitbundig:

uitbundig bijvoeglijk naamwoord

  1. uitbundig (uitgelaten)
    exubérant; avec enthousiasme; avec exubérance; turbulent

Vertaal Matrix voor uitbundig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec enthousiasme uitbundig; uitgelaten bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gloedvol
avec exubérance uitbundig; uitgelaten
exubérant uitbundig; uitgelaten dartel; speels
turbulent uitbundig; uitgelaten bewogen; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; monter; ongedurig; onrustig; opgetogen; opgewekt; roerig; rumoerig; stoeiziek; tierig; turbulent; veelbewogen; vrolijk; woelig

Verwante woorden van "uitbundig":

  • uitbundigheid, uitbundiger, uitbundigere, uitbundigst, uitbundigste, uitbundige

Wiktionary: uitbundig

uitbundig
adjective
  1. Qui abonder, qui dépasse nettement en quantité ce qui est suffisant.
  2. Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
  3. Qui est abondant, qui est nombreux et disponible.
  4. Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
  5. Qui est large, copieux, abondant, profus.
  6. didactique|fr Qui a tendance à se répandre, en parlant d'un fluide.

Cross Translation:
FromToVia
uitbundig exubérante; exubérant exuberant — abundant, luxuriant, profuse, superabundant

Verwante vertalingen van uitbundig