Revers: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

revers:
- revers
Wiktionary:
- revers → rebord
- revers → colbac, revers

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

revers:
- revers; rugstuk; tegenslag; moeilijkheden; ongeluk; rampspoed; tegenspoed; malheur; pech; onheil; ramp; ellende; terugslagen; onspoed; hoezen; zelfkant; achterstel; keerzijde; onaangename zijde; omslag; ommekeer; totale verandering
Wiktionary:
- revers → achter, achterkant, backhand, revers, rugzijde

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor revers (Nederlands) in het Frans

revers:

revers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.

de revers
le revers
- revers [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor revers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
revers	revers	achterstel; ellende; hoezen; keerzijde; malheur; moeilijkheden; ommekeer; omslag; onaangename zijde; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; rugstuk; tegenslag; tegenspoed; terugslagen; totale verandering; zelfkant

Wiktionary: revers

revers

noun

bord élever et ordinairement ajouter, rapporter.
- rebord → boord; revers

Cross Translation:

From	To	Via
• revers	→ colbac; revers	↔ lapel — each of the two triangular pieces of cloth on a suit

Frans

Uitgebreide vertaling voor revers (Frans) in het Nederlands

revers:

revers [le ~] zelfstandig naamwoord

le revers
de revers
- revers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
le revers
het rugstuk
- rugstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
le revers (malchance; échec; contretemps; difficultés; infortune; malheur; calamité; contre-temps; adversité; déveine; détresse; ennuis; misère; catastrophe; mésaventure; désastre; mauvaise fortune; besoin; danger; déboires)
de tegenslag; de moeilijkheden; het ongeluk; de rampspoed; de tegenspoed; het malheur; de pech; het onheil; de ramp; de ellende; terugslagen; onspoed
- tegenslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- moeilijkheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- ongeluk [het ~] zelfstandig naamwoord
- rampspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tegenspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- malheur [het ~] zelfstandig naamwoord
- pech [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onheil [het ~] zelfstandig naamwoord
- ramp [de ~] zelfstandig naamwoord
- ellende [de ~] zelfstandig naamwoord
- terugslagen [znw.] zelfstandig naamwoord
- onspoed [znw.] zelfstandig naamwoord
le revers (housses; couvertures; enveloppes; rebords)
de hoezen
- hoezen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
le revers (verso; envers)
de zelfkant
- zelfkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le revers (côté arrière; côté dorsal)
het achterstel
- achterstel [het ~] zelfstandig naamwoord
le revers (inconvénient; envers; verso; côté arrière; côté dorsal)
de keerzijde; onaangename zijde
- keerzijde [de ~] zelfstandig naamwoord
- onaangename zijde [znw.] zelfstandig naamwoord
le revers (bouleversement; renversement; revirement; changement total)
de omslag; de ommekeer; totale verandering
- omslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ommekeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- totale verandering [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor revers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achterstel	côté arrière; côté dorsal; revers
ellende	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	besoin; calamité; catastrophe; désastre; malheur; misère; mésaventure; pauvreté; tristesse
hoezen	couvertures; enveloppes; housses; rebords; revers	housses
keerzijde	côté arrière; côté dorsal; envers; inconvénient; revers; verso	inconvénient; verso
malheur	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; désastre; malheur; mésaventure
moeilijkheden	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; difficultés; désagréments; désastre; embarras; embêtements; emmerdements; ennuis; malheur; malheurs; manques; misère; mésaventure; problèmes; soucis
ommekeer	bouleversement; changement total; renversement; revers; revirement	changement; changement de cap; renversement; retournement; revirement; révolution; tournant; volte-face
omslag	bouleversement; changement total; renversement; revers; revirement	changement; couvert; couverture; couvre-livre; enveloppe; jaquette; protège-livre; revirement
onaangename zijde	côté arrière; côté dorsal; envers; inconvénient; revers; verso
ongeluk	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	accident; affliction; calamité; catastrophe; désastre; désolation; détresse; malheur; mélancolie; mésaventure; tristesse
onheil	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; danger; désastre; malheur; menace; mésaventure; péril; risque
onspoed	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; désastre; malheur; mésaventure
pech	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; désastre; malheur; mésaventure
ramp	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; danger; désastre; malheur; menace; misère; mésaventure; péril; risque; sinistre
rampspoed	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; désastre; malheur; misère; mésaventure
revers	revers
rugstuk	revers
tegenslag	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; désastre; malheur; mésaventure
tegenspoed	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec	calamité; catastrophe; désastre; malheur; mésaventure
terugslagen	adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec
totale verandering	bouleversement; changement total; renversement; revers; revirement	révolution; tournant
zelfkant	envers; revers; verso

Synoniemen voor "revers":

arrière-main; disgrâce; défaveur; malheur; infortune; misère; adversité; détresse; laideur; difformité; infirmité; discrédit; échec; défaite; fiasco; insuccès; déboires; naufrage; échecs; jeu; envers; pour; avec; dos; verso; pile; derrière; aléa; déconvenue; faillite; four; ruine; calamité; catastrophe; désastre; drame; épreuve; fatalité; peine; malchance; chagrin; affliction; rebras; retroussis; rabat

Wiktionary: revers

Cross Translation:

From	To	Via
• revers	→ achter; achterkant	↔ back — the reverse side
• revers	→ backhand	↔ backhand — stroke in tennis
• revers	→ achterkant	↔ behind — rear, back-end
• revers	→ revers	↔ lapel — each of the two triangular pieces of cloth on a suit
• revers	→ achterkant; rugzijde	↔ Rückseite — die hintere Seite

Remove Ads

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: revers

Uitgebreide vertaling voor revers (Nederlands) in het Frans

revers:

revers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.

de revers

Vertaal Matrix voor revers:

Wiktionary: revers

Uitgebreide vertaling voor revers (Frans) in het Nederlands

revers:

revers [le ~] zelfstandig naamwoord

le revers

le revers

le revers (malchance; échec; contretemps; difficultés; infortune; malheur; calamité; contre-temps; adversité; déveine; détresse; ennuis; misère; catastrophe; mésaventure; désastre; mauvaise fortune; besoin; danger; déboires)

le revers (housses; couvertures; enveloppes; rebords)

le revers (verso; envers)

le revers (côté arrière; côté dorsal)

le revers (inconvénient; envers; verso; côté arrière; côté dorsal)

le revers (bouleversement; renversement; revirement; changement total)

Vertaal Matrix voor revers:

Synoniemen voor "revers":

Wiktionary: revers