Nederlands
Uitgebreide vertaling voor flauwheid (Nederlands) in het Frans
flauwheid:
-
de flauwheid (zonder veel smaak)
Vertaal Matrix voor flauwheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fadeur | flauwheid; zonder veel smaak | geesteloosheid; vaalheid; zouteloosheid |
manque de goût | flauwheid; zonder veel smaak | smakeloosheid; wansmaak |
Verwante woorden van "flauwheid":
Wiktionary: flauwheid
flauwheid
noun
-
état de ce qui est faible.
-
affection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.
flauwheid vorm van flauw:
-
flauw (wazig; onduidelijk; vaag; mistig; vagelijk; nevelachtig; onhelder)
-
flauw (melig)
bétasse; ennuyeux; sans humour-
bétasse bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyeux bijvoeglijk naamwoord
-
sans humour bijvoeglijk naamwoord
-
-
flauw (flets; verschoten; bleek)
pâle; fané; vaguement; blafard; flétri; décoloré; vague; terne; blême; livide; blémi-
pâle bijvoeglijk naamwoord
-
fané bijvoeglijk naamwoord
-
vaguement bijvoeglijk naamwoord
-
blafard bijvoeglijk naamwoord
-
flétri bijvoeglijk naamwoord
-
décoloré bijvoeglijk naamwoord
-
vague bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
blême bijvoeglijk naamwoord
-
livide bijvoeglijk naamwoord
-
blémi bijvoeglijk naamwoord
-
-
flauw (zonder zout; laf; zoutloos)
-
flauw (flauwtjes; zwak; zwakjes)
-
flauw (zonder smaak; smakeloos)
sans goût; mat; terne; fade; insipide; de mauvais goût; qui manque du goût-
sans goût bijvoeglijk naamwoord
-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
fade bijvoeglijk naamwoord
-
insipide bijvoeglijk naamwoord
-
de mauvais goût bijvoeglijk naamwoord
-
qui manque du goût bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor flauw:
Verwante woorden van "flauw":
Antoniemen van "flauw":
Verwante definities voor "flauw":
Wiktionary: flauw
flauw
Cross Translation:
adjective
-
in overdrachtelijke zin smakeloos
- flauw → insipide
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• flauw | → bidon | ↔ hokey — phony, obviously of flimsy credibility |
• flauw | → niais; insensé; inepte | ↔ inane — lacking sense or meaning |
• flauw | → poche; naze; nul | ↔ lame — slang, failing to be cool, funny, interesting or relevant |
• flauw | → bancal; nul; pitoyable; boîteux | ↔ lame — slang, unconvincing |
• flauw | → tiède | ↔ lukewarm — not very enthusiastic |
• flauw | → tiède; tiédasse; mou; indifférent; atone; avachi; ramollo | ↔ tepid — uninterested |