Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: fagot

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: fagot

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

fagot:
- basson
Wiktionary:
- fagot → basson
- fagot → basson

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

fagot:
- takkenbos
Wiktionary:
- fagot → bussel, bundel

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fagot (Nederlands) in het Frans

fagot:

fagot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de fagot
le basson
- basson [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fagot:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
basson	fagot	fagottist

Verwante woorden van "fagot":

fagotten

Wiktionary: fagot

fagot

noun

(muziekinstrument) een houten blaasinstrument met dubbelriet
- fagot → basson

fagot

noun

instrument de musique à vent qui, dans les orchestres, sert à exécuter des parties de basse.
- basson → fagot; fagottist

Cross Translation:

From	To	Via
• fagot	→ basson	↔ bassoon — musical instrument in the woodwind family
• fagot	→ basson	↔ Fagott — Musik: Holzblasinstrument mit Doppelrohrblatt

Frans

Uitgebreide vertaling voor fagot (Frans) in het Nederlands

fagot:

fagot [le ~] zelfstandig naamwoord

le fagot (fascine)
de takkenbos
- takkenbos [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fagot:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
takkenbos	fagot; fascine

Synoniemen voor "fagot":

javelle; falourde; fascine; fagotin; ligot; bourrée; cotret; margotin; faisceau; bouquet; brassée

Wiktionary: fagot

fagot

noun

paquet, ensemble lié.
- fagot → bussel; bundel

fagoté:

Synoniemen voor "fagoté":

accoutré; vêtu; harnaché; affublé; ficelé; habillé; chic; élégant

Verwante vertalingen van fagot

fagot de tabac