Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- chic:
-
Wiktionary:
- chic → chic
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
chic:
- esthetisch; stijlvol; elegant; verfijnd; chic; modieuze verfijning; smaakvol; schitterend; gaaf; mieters; tof; grappig; koddig; leuk; lollig; geinig; lachwekkend; komiek; komisch; geestig; gekleed; aangekleed; geraffineerd; sierlijk; dolletjes; enig; jofel
- finesse; elegance
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor chic (Nederlands) in het Frans
chic:
-
chic (modieuze verfijning; esthetisch; stijlvol; elegant; verfijnd; smaakvol)
chic; distingué; de goût; élégant; esthétique; gracieux; soigné; avec élégance; avec classe; du meilleur goût; gracieusement; esthétiquement; de bon goût; avec grâce; d'un bon style-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
distingué bijvoeglijk naamwoord
-
de goût bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
esthétique bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
avec élégance bijvoeglijk naamwoord
-
avec classe bijvoeglijk naamwoord
-
du meilleur goût bijvoeglijk naamwoord
-
gracieusement bijvoeglijk naamwoord
-
esthétiquement bijvoeglijk naamwoord
-
de bon goût bijvoeglijk naamwoord
-
avec grâce bijvoeglijk naamwoord
-
d'un bon style bijvoeglijk naamwoord
-
-
chic (smaakvol; esthetisch; elegant; geraffineerd; stijlvol; verfijnd)
raffiné; gracieux; chic; de goût; élégant; avec élégance; avec classe; avec grâce; de bon goût; d'un bon style-
raffiné bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
de goût bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
avec élégance bijvoeglijk naamwoord
-
avec classe bijvoeglijk naamwoord
-
avec grâce bijvoeglijk naamwoord
-
de bon goût bijvoeglijk naamwoord
-
d'un bon style bijvoeglijk naamwoord
-
-
chic (smaakvol)
chic; de bon ton; de goût; avec goût; élégant-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
de bon ton bijvoeglijk naamwoord
-
de goût bijvoeglijk naamwoord
-
avec goût bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
-
chic (elegant)
Vertaal Matrix voor chic:
Verwante woorden van "chic":
Frans
Uitgebreide vertaling voor chic (Frans) in het Nederlands
chic:
-
chic (distingué; de goût; élégant; esthétique; gracieux; soigné; avec élégance; avec classe; du meilleur goût; gracieusement; esthétiquement; de bon goût; avec grâce; d'un bon style)
esthetisch; stijlvol; elegant; verfijnd; chic; modieuze verfijning; smaakvol-
esthetisch bijvoeglijk naamwoord
-
stijlvol bijvoeglijk naamwoord
-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
verfijnd bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
modieuze verfijning bijvoeglijk naamwoord
-
smaakvol bijvoeglijk naamwoord
-
-
chic (réglo; du tonnerre; terrible)
schitterend; gaaf; mieters; tof-
schitterend bijvoeglijk naamwoord
-
gaaf bijvoeglijk naamwoord
-
mieters bijvoeglijk naamwoord
-
tof bijvoeglijk naamwoord
-
-
chic (drôle; plaisant; comiquement; comique; marrant; rigolo; amusant; chouette; gai; sympa; espiègle; plaisamment; rigolote; de manière amusante; divertissant; plein d'esprit)
-
chic (élégant; soigné)
-
chic (habillé; vêtu)
-
chic (de bon goût; raffiné; gracieux; de goût; élégant; avec élégance; avec classe; avec grâce; d'un bon style)
esthetisch; elegant; geraffineerd; chic; smaakvol; stijlvol; verfijnd-
esthetisch bijvoeglijk naamwoord
-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
geraffineerd bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
smaakvol bijvoeglijk naamwoord
-
stijlvol bijvoeglijk naamwoord
-
verfijnd bijvoeglijk naamwoord
-
-
chic (avec goût; de bon ton; de goût; élégant)
-
chic (élégant; raffiné; distingué; avec élégance; convenable; élégamment; avec distinction; cérémonieusement; cérémonieux)
-
chic (chouette; unique; formidable; spécial; unique en son genre; extraordinaire; extra)
-
chic (chouette; amusant; drôle; sympa; marrant; plaisant)
-
le chic (élégance; finesse; raffinement; délicatesse; sophistication)