Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- thuis:
- Thuis:
-
Wiktionary:
- thuis → chez-soi
- thuis → chez soi, à la maison
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor thuis (Nederlands) in het Frans
thuis:
-
thuis
Vertaal Matrix voor thuis:
Verwante definities voor "thuis":
Wiktionary: thuis
thuis
Cross Translation:
noun
-
een plek waar iemand woont en zich veilig voelt
- thuis → chez-soi
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• thuis | → chez soi; à la maison | ↔ at home — In one's place of residence |
• thuis | → à la maison | ↔ home — at home |
• thuis | → chez soi; à la maison | ↔ daheim — süddeutsch, österreichisch, schweizerisch: zu Hause, in der Heimat |
Thuis:
Vertaal Matrix voor Thuis:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Personnel | Familie en vrienden; Persoonlijk | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Domicile | Thuis | |
Personnel | Thuis |