Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ketteren (Nederlands) in het Frans
ketteren:
-
ketteren
fulminer; insulter; injurier; tempêter; vociférer-
fulminer werkwoord (fulmine, fulmines, fulminons, fulminez, fulminent, fulminais, fulminait, fulminions, fulminiez, fulminaient, fulminai, fulminas, fulmina, fulminâmes, fulminâtes, fulminèrent, fulminerai, fulmineras, fulminera, fulminerons, fulminerez, fulmineront)
-
insulter werkwoord (insulte, insultes, insultons, insultez, insultent, insultais, insultait, insultions, insultiez, insultaient, insultai, insultas, insulta, insultâmes, insultâtes, insultèrent, insulterai, insulteras, insultera, insulterons, insulterez, insulteront)
-
injurier werkwoord (injurie, injuries, injurions, injuriez, injurient, injuriais, injuriait, injuriions, injuriiez, injuriaient, injuriai, injurias, injuria, injuriâmes, injuriâtes, injurièrent, injurierai, injurieras, injuriera, injurierons, injurierez, injurieront)
-
tempêter werkwoord (tempête, tempêtes, tempêtons, tempêtez, tempêtent, tempêtais, tempêtait, tempêtions, tempêtiez, tempêtaient, tempêtai, tempêtas, tempêta, tempêtâmes, tempêtâtes, tempêtèrent, tempêterai, tempêteras, tempêtera, tempêterons, tempêterez, tempêteront)
-
vociférer werkwoord (vocifère, vocifères, vociférons, vociférez, vocifèrent, vociférais, vociférait, vociférions, vocifériez, vociféraient, vociférai, vociféras, vociféra, vociférâmes, vociférâtes, vociférèrent, vociférerai, vociféreras, vociférera, vociférerons, vociférerez, vociféreront)
-
Conjugations for ketteren:
o.t.t.
- ketter
- kettert
- kettert
- ketteren
- ketteren
- ketteren
o.v.t.
- ketterde
- ketterde
- ketterde
- ketterden
- ketterden
- ketterden
v.t.t.
- heb geketterd
- hebt geketterd
- heeft geketterd
- hebben geketterd
- hebben geketterd
- hebben geketterd
v.v.t.
- had geketterd
- had geketterd
- had geketterd
- hadden geketterd
- hadden geketterd
- hadden geketterd
o.t.t.t.
- zal ketteren
- zult ketteren
- zal ketteren
- zullen ketteren
- zullen ketteren
- zullen ketteren
o.v.t.t.
- zou ketteren
- zou ketteren
- zou ketteren
- zouden ketteren
- zouden ketteren
- zouden ketteren
diversen
- ketter!
- kettert!
- geketterd
- ketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ketteren:
Verwante woorden van "ketteren":
ketteren vorm van ketter:
-
de ketter
Vertaal Matrix voor ketter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hérétique | ketter | |
renégat | ketter | afvallige; verzaakster; verzaker |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hérétique | ketters |
Verwante woorden van "ketter":
Wiktionary: ketter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ketter | → hérétique | ↔ heretic — someone who believes contrary to fundamentals |
• ketter | → hérétique | ↔ Ketzer — katholische Kirche, abwertend: jemand, der kirchliche Dogmen und Glaubenslehren ablehnt und/oder öffentlich kritisiert |
• ketter | → hérétique | ↔ Ketzer — übertragen, abwertend: jemand, der öffentlich eine Ansicht zu einem bestimmten Thema vertritt, die der überwiegenden Meinung widerspricht |