Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- hulp:
-
Wiktionary:
- hulp → aide, adjoint
- hulp → au secours, aide, assistance, secours
- hulp → à l’aide
-
Gebruikers suggesties voor hulp:
- auxiliaire
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hulp (Nederlands) in het Frans
hulp:
-
de hulp (ondersteuning; steun; bijstand)
-
de hulp (assistent; secondant; helper)
l'assistant; l'aide; le serviteur; le domestique; le commis; le membre du personnel; le valet; le clerc; la secondant -
de hulp (hulpbetoon; hulpverlening; bijstand; assistentie; handreiking)
-
de hulp (verpleger; ziekenoppasser; diaken; ziekenbroeder; broeder)
-
de hulp (maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; bijstand; steun)
-
de hulp (hulp in de huishouding; schoonmaakster; werkster)
-
de hulp (schoonmaakster; poetsvrouw; werkster)
Vertaal Matrix voor hulp:
Verwante woorden van "hulp":
Verwante definities voor "hulp":
Wiktionary: hulp
hulp
Cross Translation:
noun
hulp
-
handeling om iemand steun of bijstand te verlenen
- hulp → aide
noun
-
personne qui est adjoindre à une autre pour certaines fonctions.
-
action d’apporter son soutien physiquement, verbalement, financièrement ou de tout autre manière.
- aide → assistentie; bijstand; heul; hulp; toedoen; toeverlaat
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hulp | → aide | ↔ aid — help; succor; assistance; relief |
• hulp | → assistance | ↔ assistance — Aid; help; the act or result of assisting |
• hulp | → secours; aide | ↔ help — action given to provide assistance |
• hulp | → aide | ↔ Hilfe — allgemein: aktive Unterstützung |