Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. broek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broek (Nederlands) in het Frans

broek:

broek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de broek (lange broek; pantalon)
    – kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit 1
    le pantalon; la culottes

Vertaal Matrix voor broek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
culottes broek; lange broek; pantalon
pantalon broek; lange broek; pantalon

Verwante woorden van "broek":


Verwante definities voor "broek":

  1. kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit1
    • ze draagt een broek als het koud is1

Wiktionary: broek

broek
noun
  1. een kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen
broek
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. (familier, fr) pantalon
  3. Étendue humide (1)
  4. étendue de terre saturée d'eau pendant la plus grande partie de l'année, et dont la surface du sol n'est généralement recouverte que d'une faible profondeur d'eau.
  5. vête|fr long culotte qui descendre jusque sur le cou-de-pied.

Cross Translation:
FromToVia
broek pantalon pants — garment covering the body from the waist downwards
broek marécage; marais swamp — type of wetland

Verwante vertalingen van broek