Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. arrest:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor arrest (Nederlands) in het Frans

arrest:

arrest [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het arrest
    l'arrêt
    • arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor arrest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrêt arrest afsluiten; afstoppen; besluit; besluiten; confiscatie; halte; halteplaats; inbeslagneming; opstapplaats; raadsbesluit; regeringsbesluit; stagnatie; stilstand; stoppen; stopplaats; vonnisspreking

Verwante woorden van "arrest":


Wiktionary: arrest

arrest
noun
  1. just|fr action d’arrêter quelqu’un pour l’emprisonner.
  2. Action de s’arrêter ; fait d’être arrêté