Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dichter:
  2. dicht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dichter (Nederlands) in het Frans

dichter:

dichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dichter (poëet)
    le poète
    • poète [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dichter (schrijver; auteur)
    l'écrivain; l'auteur; le poète; le romancier
    • écrivain [le ~] zelfstandig naamwoord
    • auteur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • poète [le ~] zelfstandig naamwoord
    • romancier [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dichter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auteur auteur; dichter; schrijver auteur; bedrijver; bewerker; briefschrijver; creator; dader; maker; schepper; schrijfster; verwekker; voortbrenger
poète auteur; dichter; poëet; schrijver dichteres; poëte
romancier auteur; dichter; schrijver romancier; romanschrijver
écrivain auteur; dichter; schrijver

Verwante woorden van "dichter":


Wiktionary: dichter

dichter
noun
  1. iemand die poëtische kunst voortbrengt
dichter
noun
  1. Personne qui chanter aux offices religieux.
  2. Celui qui faire des vers, qui se consacrer à la poésie.

Cross Translation:
FromToVia
dichter poète Poet — K|bildungssprachlich|vatd.|sonst scherzhaft ein Künstler, der poetisch Werk schafft
dichter poète poet — person who writes poems

dicht:

dicht bijvoeglijk naamwoord

  1. dicht (afgesloten; gesloten; toe)
    fermé; barré
  2. dicht (dicht opeen)
    dense; épais; compact
  3. dicht (op slot; gesloten)
    fermé; clos; étanche; verrouillé; fermé à clé; hermétique; impénétrable

Vertaal Matrix voor dicht:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dik
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- toe
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
barré doorhalen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barré afgesloten; dicht; gesloten; toe dicht zijn
clos dicht; gesloten; op slot dicht zijn; geloken; potdicht
compact dicht; dicht opeen ruimtebesparend
dense dicht; dicht opeen
fermé afgesloten; dicht; gesloten; op slot; toe dicht zijn; gesloten; potdicht; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
fermé à clé dicht; gesloten; op slot potdicht
hermétique dicht; gesloten; op slot gasdicht; hermetisch; luchtdicht; ondoordringbare; potdicht; winddicht
impénétrable dicht; gesloten; op slot leeg; ondoordringbaar; ondoordringbare; potdicht; uitdrukkingsloos; wezenloos
verrouillé dicht; gesloten; op slot potdicht
épais dicht; dicht opeen corpulent; dik; dik vloeibaar; gezet; lijvig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; vet; viskeus; zwaar van lijf; zwaarlijvig
étanche dicht; gesloten; op slot afgedicht; gedicht; potdicht

Verwante woorden van "dicht":


Synoniemen voor "dicht":


Antoniemen van "dicht":


Verwante definities voor "dicht":

  1. zonder veel tussenruimte1
    • de stoelen stonden dicht bij elkaar1
  2. je kunt er niet bij of in of door1
    • de deur naar de kamer is dicht1

Wiktionary: dicht

dicht
adjective
  1. épais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.

Cross Translation:
FromToVia
dicht fermé closed — not open
dicht dense; épais thick — densely crowded or packed
dicht épais; opaque thick — impenetrable to sight