Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorzien (Nederlands) in het Frans
voorzien:
-
voorzien (tevoren zien)
prévoir; anticiper; augurer; entrevoir-
prévoir werkwoord (prévois, prévoit, prévoyons, prévoyez, prévoient, prévoyais, prévoyait, prévoyions, prévoyiez, prévoyaient, prévis, prévit, prévîmes, prévîtes, prévirent, préverrai, préverras, préverra, préverrons, préverrez, préverront)
-
anticiper werkwoord (anticipe, anticipes, anticipons, anticipez, anticipent, anticipais, anticipait, anticipions, anticipiez, anticipaient, anticipai, anticipas, anticipa, anticipâmes, anticipâtes, anticipèrent, anticiperai, anticiperas, anticipera, anticiperons, anticiperez, anticiperont)
-
augurer werkwoord (augure, augures, augurons, augurez, augurent, augurais, augurait, augurions, auguriez, auguraient, augurai, auguras, augura, augurâmes, augurâtes, augurèrent, augurerai, augureras, augurera, augurerons, augurerez, augureront)
-
entrevoir werkwoord (entrevois, entrevoit, entrevoyons, entrevoyez, entrevoient, entrevoyais, entrevoyait, entrevoyions, entrevoyiez, entrevoyaient, entrevis, entrevit, entrevîmes, entrevîtes, entrevirent, entreverrai, entreverras, entreverra, entreverrons, entreverrez, entreverront)
-
Conjugations for voorzien:
o.t.t.
- voorzie
- voorziet
- voorziet
- voorzien
- voorzien
- voorzien
o.v.t.
- voorzag
- voorzag
- voorzag
- voorzagen
- voorzagen
- voorzagen
v.t.t.
- heb voorzien
- hebt voorzien
- heeft voorzien
- hebben voorzien
- hebben voorzien
- hebben voorzien
v.v.t.
- had voorzien
- had voorzien
- had voorzien
- hadden voorzien
- hadden voorzien
- hadden voorzien
o.t.t.t.
- zal voorzien
- zult voorzien
- zal voorzien
- zullen voorzien
- zullen voorzien
- zullen voorzien
o.v.t.t.
- zou voorzien
- zou voorzien
- zou voorzien
- zouden voorzien
- zouden voorzien
- zouden voorzien
diversen
- voorzie!
- voorziet!
- voorzien
- voorziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voorzien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anticiper | tevoren zien; voorzien | anticiperen; naar voren plaatsen; vervroegen; vooruitkijken; vooruitlopen op; vroeger uitvoeren dan gepland |
augurer | tevoren zien; voorzien | voortellen |
entrevoir | tevoren zien; voorzien | |
prévoir | tevoren zien; voorzien | incalculeren; plannen; verdisconteren |
Verwante definities voor "voorzien":
Wiktionary: voorzien
voorzien
Cross Translation:
verb
-
Traductions à trier suivant le sens.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorzien | → anticiper; prévoir | ↔ foresee — to anticipate |
• voorzien | → prévu | ↔ foreseen — past participle of foresee |
• voorzien | → fournir; procurer | ↔ provide — to give what is needed or desired |
• voorzien | → pourvoir | ↔ provide — to furnish with |
• voorzien | → pourvoir; fournir; équiper | ↔ ausstatten — etwas bestücken |