Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assignation
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
bevelschrift; consigne; daging; dagvaarding; dwangbevel; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; order; taak; toekenning; toewijzing; verlening
|
briefing
|
briefing; instructie; uitleg
|
|
classe
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
aard; cursus; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; genre; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; les; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; orde; rang; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; soort; stand; type; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
|
commandement
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
bevel; bevelschrift; commando; consigne; dienstorder; dwangbevel; gebod; opdracht; order; taak
|
consigne
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
bagagedepot; bevelschrift; consigne; dwangbevel; garderobe; hangkast; kamerarrest; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; orde; order; regel; regeling; reglement; statiegeld; taak; vestiaire; voorschrift; wachtwoord; wet
|
contrainte
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
bedwang; beperking; bevelschrift; consigne; dwangbevel; gereserveerdheid; geweld; opdracht; order; taak; terughoudendheid
|
cours
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
aandelenkoersen; algemeenheid; beloop; college; cursus; gangbaarheid; gebruikelijkheid; geloofsleer; hofjes; kleine huisjes om binnenplein; koersen; kursus; leer; leergang; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs; ontwikkelingsgang; progressie; schoolpleinen; speelplaatsen; speelpleinen; studie; universitaire les; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
|
enseignement
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
cursus; educatie; geestelijke vorming; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; scholing; vooruitgang; vorming
|
impératif
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
bevel; commando; gebiedende wijs; gebod; imperatief; order
|
indication
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
aanduiden; aanduiding; aanknopingspunt; aanwijzen; aanwijzing; indicatie; spoor; symptoom; teken; toespeling; verwijzing
|
instruction
|
aanwijzing; briefing; instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; uitleg; voorschrift
|
bekwaming; bevelschrift; consigne; dienstorder; dresseren; dressuur; dwangbevel; educatie; geestelijke vorming; handleiding; kundig maken; lastbrief; lastgeving; mandaat; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; opdracht; opleiding; order; richtlijn; scholing; schoolopleiding; taak; training; uitleg; vooronderzoek; vooruitgang; vorming
|
leçon
|
instructie; lering; les; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
cursus; geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; lering; les; lesuur; onderricht; onderrichting; onderwijs
|
mission
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
afgifte; aflevering; arbeid; bevel; bevelschrift; bezorging; commando; consigne; dwangbevel; geleverde; job; karwei; leverantie; levering; missie; opdracht; order; roeping; taak; uitlevering; zending; zending met speciale opdracht
|
ordre
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
aaneenschakeling; arrangement; betamelijkheid; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; keurigheid; klasse; maatschappelijke klasse; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opdracht; opeenvolging; opgeruimdheid; opstelling; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; regelmaat; samenstelling; schikking; slag; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; stand; structuur; systeem; taak; vakgebied; volgorde; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
sommation
|
aanwijzing; instructie; voorschrift
|
aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; bevel; bevelschrift; commando; consigne; deurwaardersexploot; dwangbevel; herinnering; kennisgeving; maning; opdracht; order; sommatie; taak; vermaning; waarschuwing
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cours
|
|
cursus
|
instruction
|
instructie
|
|
instruction d'action
|
instructie
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
classe
|
|
eersteklas; klasse
|
impératif
|
|
bindend; dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; onafwijsbaar; streng; strikt; stringent; vereisend
|