Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- in beslag nemen:
-
Wiktionary:
- in beslag nemen → absorber, accaparer, captiver, confisquer, occuper, saisir
- in beslag nemen → confisquer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor in beslag nemen (Nederlands) in het Frans
in beslag nemen:
in beslag nemen werkwoord (neem in beslag, neemt in beslag, nam in beslag, namen in beslag, in beslag genomen)
-
in beslag nemen (confisqueren)
confisquer-
confisquer werkwoord (confisque, confisques, confisquons, confisquez, confisquent, confisquais, confisquait, confisquions, confisquiez, confisquaient, confisquai, confisquas, confisqua, confisquâmes, confisquâtes, confisquèrent, confisquerai, confisqueras, confisquera, confisquerons, confisquerez, confisqueront)
-
Conjugations for in beslag nemen:
o.t.t.
- neem in beslag
- neemt in beslag
- neemt in beslag
- nemen in beslag
- nemen in beslag
- nemen in beslag
o.v.t.
- nam in beslag
- nam in beslag
- nam in beslag
- namen in beslag
- namen in beslag
- namen in beslag
v.t.t.
- heb in beslag genomen
- hebt in beslag genomen
- heeft in beslag genomen
- hebben in beslag genomen
- hebben in beslag genomen
- hebben in beslag genomen
v.v.t.
- had in beslag genomen
- had in beslag genomen
- had in beslag genomen
- hadden in beslag genomen
- hadden in beslag genomen
- hadden in beslag genomen
o.t.t.t.
- zal in beslag nemen
- zult in beslag nemen
- zal in beslag nemen
- zullen in beslag nemen
- zullen in beslag nemen
- zullen in beslag nemen
o.v.t.t.
- zou in beslag nemen
- zou in beslag nemen
- zou in beslag nemen
- zouden in beslag nemen
- zouden in beslag nemen
- zouden in beslag nemen
en verder
- is in beslag genomen
- zijn in beslag genomen
diversen
- neem in beslag!
- neemt in beslag!
- in beslag genomen
- in beslag nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor in beslag nemen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
confisquer | confisqueren; in beslag nemen | verbeurdverklaren |
Wiktionary: in beslag nemen
in beslag nemen
Cross Translation:
verb
-
faire pénétrer en soi, s’assimiler.
-
acheter ou retenir une quantité considérable d’une denrée, d’une marchandise, pour la rendre plus chère en la rendant plus rare, et se faire ainsi seul le maître de la vente et du prix.
-
(vieilli) retenir prisonnier.
-
adjuger au fisc pour cause de crime ou de contravention aux lois, aux ordonnances.
-
Traductions à trier suivant le sens
-
Arrêter, retenir par voie de saisie.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• in beslag nemen | → confisquer | ↔ impound — to hold in the custody of a court or its delegate |