Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Zoek: enquête

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: enquête

Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. enquête:
  2. Wiktionary:
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enquête:
  2. enquêter:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor enquête (Nederlands) in het Frans

enquête:

enquête [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de enquête (ondervraging)
    l'enquête; l'interrogation; l'interrogatoire
  2. de enquête (opinieonderzoek)
    le sondage d'opinion
  3. de enquête
    l'enquête

Vertaal Matrix voor enquête:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enquête enquête; ondervraging check up; inspectie; nasporing; navorsing; navraag; onderzoek; opsporing; proef; speurwerk; test; traceerwerk
interrogation enquête; ondervraging navragen; ondervraging; overhoring; verhoor; verhoring
interrogatoire enquête; ondervraging ondervraging; verhoor; verhoring
sondage d'opinion enquête; opinieonderzoek opiniepeiling

Verwante woorden van "enquête":

  • enquêtes

Wiktionary: enquête

enquête
Cross Translation:
FromToVia
• enquête → enquête ↔ survey — an examination



Frans

Uitgebreide vertaling voor enquête (Frans) in het Nederlands

enquête:

enquête [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'enquête (interrogation; interrogatoire)
    de enquête; de ondervraging
  2. l'enquête (recherche; investigation; examen; exploration; inspection)
    het onderzoek; de inspectie; de navorsing
  3. l'enquête (demande; information)
    de navraag
    • navraag [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'enquête (test; examen; contrôle; )
    de test; de proef
    • test [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • proef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. l'enquête (recherche; recherches; investigation)
    de opsporing; het speurwerk; nasporing; het traceerwerk
  6. l'enquête (examen)
    check up
  7. l'enquête
    de enquête

Vertaal Matrix voor enquête:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
check up enquête; examen
enquête enquête; interrogation; interrogatoire sondage d'opinion
inspectie enquête; examen; exploration; inspection; investigation; recherche contrôle; inspection
nasporing enquête; investigation; recherche; recherches
navorsing enquête; examen; exploration; inspection; investigation; recherche investigation; recherche
navraag demande; enquête; information
ondervraging enquête; interrogation; interrogatoire audition; interro; interrogation; interrogatoire
onderzoek enquête; examen; exploration; inspection; investigation; recherche recherche
opsporing enquête; investigation; recherche; recherches
proef contrôle; enquête; examen; exploration; recherche; test; vérification; étude audition; essai; expérience; tentative; test
speurwerk enquête; investigation; recherche; recherches
test contrôle; enquête; examen; exploration; recherche; test; vérification; étude composition; examen; interrogation écrite; test; épreuve écrite
traceerwerk enquête; investigation; recherche; recherches
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
test test

Synoniemen voor "enquête":


Wiktionary: enquête

enquête
Cross Translation:
FromToVia
• enquête → navorsing; onderzoek; research ↔ Forschung — das Suchen nach Lösungen zu wissenschaftlichen Problemstellungen
• enquête → sonde ↔ probe — sciences: electrode or other small device
• enquête → enquête ↔ survey — an examination

enquête vorm van enquêter:

enquêter werkwoord (enquête, enquêtes, enquêtons, enquêtez, )

  1. enquêter (contrôler; vérifier; réviser; )
    controleren; nakijken; nagaan
    • controleren werkwoord (controleer, controleert, controleerde, controleerden, gecontroleerd)
    • nakijken werkwoord (kijk na, kijkt na, keek na, keken na, nagekeken)
    • nagaan werkwoord (ga na, gaat na, ging na, gingen na, nagegaan)
  2. enquêter (examiner; interroger; faire passer un examen; )
    testen; examineren; overhoren; toetsen
    • testen werkwoord (test, testte, testten, getest)
    • examineren werkwoord (examineer, examineert, examineerde, examineerden, geëxamineerd)
    • overhoren werkwoord (overhoor, overhoort, overhoorde, overhoorden, overhoord)
    • toetsen werkwoord (toets, toetst, toetste, toetsten, getoetst)
  3. enquêter (vérifier; demander)
    navragen
    • navragen werkwoord (vraag na, vraagt na, vroeg na, vroegen na, nagevraagd)
  4. enquêter (examiner; faire des recherches; fourrer le nez dans; )
    rechercheren; snuffelen; speuren; naspeuring doen
    • rechercheren werkwoord (rechercheer, rechercheert, rechercheerde, rechercheerden, gerechercheerd)
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
    • speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
    • naspeuring doen werkwoord

Conjugations for enquêter:

Présent
  1. enquête
  2. enquêtes
  3. enquête
  4. enquêtons
  5. enquêtez
  6. enquêtent
imparfait
  1. enquêtais
  2. enquêtais
  3. enquêtait
  4. enquêtions
  5. enquêtiez
  6. enquêtaient
passé simple
  1. enquêtai
  2. enquêtas
  3. enquêta
  4. enquêtâmes
  5. enquêtâtes
  6. enquêtèrent
futur simple
  1. enquêterai
  2. enquêteras
  3. enquêtera
  4. enquêterons
  5. enquêterez
  6. enquêteront
subjonctif présent
  1. que j'enquête
  2. que tu enquêtes
  3. qu'il enquête
  4. que nous enquêtions
  5. que vous enquêtiez
  6. qu'ils enquêtent
conditionnel présent
  1. enquêterais
  2. enquêterais
  3. enquêterait
  4. enquêterions
  5. enquêteriez
  6. enquêteraient
passé composé
  1. ai enquêté
  2. as enquêté
  3. a enquêté
  4. avons enquêté
  5. avez enquêté
  6. ont enquêté
divers
  1. enquête!
  2. enquêtez!
  3. enquêtons!
  5. enquêté
  6. enquêtant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor enquêter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
controleren audit; contrôle
testen tests; épreuves
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
controleren contrôler; corriger; effectuer; enquêter; examiner; faire subir un test; inspecter; mettre à l'épreuve; recalculer; rechercher; revoir; réviser; soumettre à un test; tester; vérifier; étudier audit; contrôler; examiner; faire une inspection de; inspecter; parcourir; recalculer; refaire le calcul; vérifier
examineren contrôler; enquêter; examiner; faire passer un examen; faire subir un test; inspecter; interroger; soumettre à un test; tester examiner; faire une inspection de; inspecter; parcourir
nagaan contrôler; corriger; effectuer; enquêter; examiner; faire subir un test; inspecter; mettre à l'épreuve; recalculer; rechercher; revoir; réviser; soumettre à un test; tester; vérifier; étudier contrôler; examiner; vérifier
nakijken contrôler; corriger; effectuer; enquêter; examiner; faire subir un test; inspecter; mettre à l'épreuve; recalculer; rechercher; revoir; réviser; soumettre à un test; tester; vérifier; étudier revoir; réviser
naspeuring doen enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler
navragen demander; enquêter; vérifier interrogation; renseigner; s'enquérir; s'informer; s'informer de; s'inquiéter; se renseigner
overhoren contrôler; enquêter; examiner; faire passer un examen; faire subir un test; inspecter; interroger; soumettre à un test; tester interroger; questionner
rechercheren enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler
snuffelen enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler flairer; fouiller; fouiller dans; fouiner; fouir dans; fourrer le nez dans; fureter
speuren enquêter; examiner; faire des recherches; flairer; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; inspecter; renifler faire des recherches; fouiller; fouiner; fourrer le nez dans; fureter; rechercher qc
testen contrôler; enquêter; examiner; faire passer un examen; faire subir un test; inspecter; interroger; soumettre à un test; tester essayer; examiner; expérimenter; faire passer un examen; faire subir un test; faire une inspection de; inspecter; mettre à l'essai; mettre à l'épreuve; passer en revue; soumettre à un test; soumettre à une inspection; tester; vérifier; éprouver
toetsen contrôler; enquêter; examiner; faire passer un examen; faire subir un test; inspecter; interroger; soumettre à un test; tester expérimenter; faire subir un test; mettre à l'essai; mettre à l'épreuve; soumettre à un test; tester

Synoniemen voor "enquêter":


Wiktionary: enquêter

Cross Translation:
FromToVia
• enquêter → onderzoeken ↔ untersuchen — etwas analysieren oder erforschen, sich etwas sehr genau anschauen, um es zu verstehen

Verwante vertalingen van enquête







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0602 seconde
Page rendered in 1.0 seconds