Broeders: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

broeders:
- frères; moines; religieux; profès; religieuses
broeder:
- frère; infirmier; ambulancier; frangin; confrère; garde-malade; moine; religieux; moniale; cénobite; couventine; ecclésiastique; pasteur; ministre du culte; homme d'Eglise
Wiktionary:
- broeders → frères
- broeder → infirmier
- broeder → frère, pair, semblable

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broeders (Nederlands) in het Frans

broeders:

broeders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de broeders (broers)
le frères; le moines; le religieux; le profès
- frères [le ~] zelfstandig naamwoord
- moines [le ~] zelfstandig naamwoord
- religieux [le ~] zelfstandig naamwoord
- profès [le ~] zelfstandig naamwoord
de broeders (kloosterlingen; kloosterbroeders)
le religieux; le moines; le frères; la religieuses; le profès
- religieux [le ~] zelfstandig naamwoord
- moines [le ~] zelfstandig naamwoord
- frères [le ~] zelfstandig naamwoord
- religieuses [la ~] zelfstandig naamwoord
- profès [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broeders:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frères	broeders; broers; kloosterbroeders; kloosterlingen
moines	broeders; broers; kloosterbroeders; kloosterlingen
profès	broeders; broers; kloosterbroeders; kloosterlingen	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder
religieuses	broeders; kloosterbroeders; kloosterlingen
religieux	broeders; broers; kloosterbroeders; kloosterlingen	broeder; broeder-onderwijzer; frater; godsdienstige; godvruchtige; kloosterling; monnik; vrome
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
religieux		devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvrezend; godvruchtig; goedgelovig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom

Verwante woorden van "broeders":

broeder

Wiktionary: broeders

Cross Translation:

From	To	Via
• broeders	→ frères	↔ brothers — male siblings

broeders vorm van broeder:

broeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de broeder (broer)
le frère; l'infirmier; l'ambulancier; le frangin; le confrère; le garde-malade
- frère [le ~] zelfstandig naamwoord
- infirmier [le ~] zelfstandig naamwoord
- ambulancier [le ~] zelfstandig naamwoord
- frangin [le ~] zelfstandig naamwoord
- confrère [le ~] zelfstandig naamwoord
- garde-malade [le ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (kloosterling; monnik; frater)
le moine; le frère; le confrère; le religieux; la moniale; la cénobite; la couventine
- moine [le ~] zelfstandig naamwoord
- frère [le ~] zelfstandig naamwoord
- confrère [le ~] zelfstandig naamwoord
- religieux [le ~] zelfstandig naamwoord
- moniale [la ~] zelfstandig naamwoord
- cénobite [la ~] zelfstandig naamwoord
- couventine [la ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (lekenbroeder)
le confrère
- confrère [le ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (verpleger; hulp; ziekenoppasser; diaken; ziekenbroeder)
l'infirmier
- infirmier [le ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (geestelijke; bedienaar van de godsdienst)
l'ecclésiastique; le pasteur; le ministre du culte; l'homme d'Eglise
- ecclésiastique [le ~] zelfstandig naamwoord
- pasteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- ministre du culte [le ~] zelfstandig naamwoord
- homme d'Eglise [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broeder:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambulancier	broeder; broer
confrère	broeder; broer; frater; kloosterling; lekenbroeder; monnik	ambtgenoot; collega; confrater; gildenbroeder; kunstbroeder; vakgenoot
couventine	broeder; frater; kloosterling; monnik	kloosterlinge; kloosterzuster; non
cénobite	broeder; frater; kloosterling; monnik
ecclésiastique	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke
frangin	broeder; broer
frère	broeder; broer; frater; kloosterling; monnik	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
garde-malade	broeder; broer	dierverzorger; verpleegster; verzorger; zuster
homme d'Eglise	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke
infirmier	broeder; broer; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser	ziekenbroeder; ziekenverpleger
ministre du culte	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke
moine	broeder; frater; kloosterling; monnik
moniale	broeder; frater; kloosterling; monnik	kloosterlinge; kloosterzuster; non
pasteur	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke	dominee; geestelijk herder; hoeder; pastoor; pastor; predikant; prediker; voorganger; zielzorger
religieux	broeder; frater; kloosterling; monnik	broeder-onderwijzer; broeders; broers; frater; godsdienstige; godvruchtige; kloosterbroeders; kloosterlingen; vrome
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frère		proces of knooppunt op hetzelfde niveau
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ecclésiastique		geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; religieus; vroom
religieux		devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvrezend; godvruchtig; goedgelovig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom

Verwante woorden van "broeder":

broederen, broeders, broedertje, broedertjes

Wiktionary: broeder

broeder

noun

Celui qui soigner et sert les malades dans une infirmerie, dans un hôpital, dans une ambulance.
- infirmier → broeder; verpleegkundige; verpleger; ziekenverpleger

Cross Translation:

From	To	Via
• broeder	→ frère	↔ brother — male sibling
• broeder	→ frère	↔ brother — male fellow member of a religious community
• broeder	→ frère	↔ brother — male having parents in common
• broeder	→ pair; semblable	↔ brother — peer
• broeder	→ frère	↔ Bruder — römisch-katholische Kirche: Mönch ohne Priesterweihe

Remove Ads

Nederlandse en Franse zoekresultaten voor: broeders

Uitgebreide vertaling voor broeders (Nederlands) in het Frans

broeders:

broeders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de broeders (broers)

de broeders (kloosterlingen; kloosterbroeders)

Vertaal Matrix voor broeders:

Verwante woorden van "broeders":

Wiktionary: broeders

broeders vorm van broeder:

broeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de broeder (broer)

de broeder (kloosterling; monnik; frater)

de broeder (lekenbroeder)

de broeder (verpleger; hulp; ziekenoppasser; diaken; ziekenbroeder)

de broeder (geestelijke; bedienaar van de godsdienst)

Vertaal Matrix voor broeder:

Verwante woorden van "broeder":

Wiktionary: broeder