Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uithollen (Nederlands) in het Frans
uithollen:
-
uithollen
éroder; raviner; creuser; évider; excaver; miner; saper-
éroder werkwoord (érode, érodes, érodons, érodez, érodent, érodais, érodait, érodions, érodiez, érodaient, érodai, érodas, éroda, érodâmes, érodâtes, érodèrent, éroderai, éroderas, érodera, éroderons, éroderez, éroderont)
-
raviner werkwoord
-
creuser werkwoord (creuse, creuses, creusons, creusez, creusent, creusais, creusait, creusions, creusiez, creusaient, creusai, creusas, creusa, creusâmes, creusâtes, creusèrent, creuserai, creuseras, creusera, creuserons, creuserez, creuseront)
-
évider werkwoord (évide, évides, évidons, évidez, évident, évidais, évidait, évidions, évidiez, évidaient, évidai, évidas, évida, évidâmes, évidâtes, évidèrent, éviderai, évideras, évidera, éviderons, éviderez, évideront)
-
excaver werkwoord (excave, excaves, excavons, excavez, excavent, excavais, excavait, excavions, excaviez, excavaient, excavai, excavas, excava, excavâmes, excavâtes, excavèrent, excaverai, excaveras, excavera, excaverons, excaverez, excaveront)
-
miner werkwoord (mine, mines, minons, minez, minent, minais, minait, minions, miniez, minaient, minai, minas, mina, minâmes, minâtes, minèrent, minerai, mineras, minera, minerons, minerez, mineront)
-
saper werkwoord (sape, sapes, sapons, sapez, sapent, sapais, sapait, sapions, sapiez, sapaient, sapai, sapas, sapa, sapâmes, sapâtes, sapèrent, saperai, saperas, sapera, saperons, saperez, saperont)
-
Conjugations for uithollen:
o.t.t.
- hol uit
- holt uit
- holt uit
- hollen uit
- hollen uit
- hollen uit
o.v.t.
- holde uit
- holde uit
- holde uit
- holden uit
- holden uit
- holden uit
v.t.t.
- heb uitgeholt
- hebt uitgeholt
- heeft uitgeholt
- hebben uitgeholt
- hebben uitgeholt
- hebben uitgeholt
v.v.t.
- had uitgeholt
- had uitgeholt
- had uitgeholt
- hadden uitgeholt
- hadden uitgeholt
- hadden uitgeholt
o.t.t.t.
- zal uithollen
- zult uithollen
- zal uithollen
- zullen uithollen
- zullen uithollen
- zullen uithollen
o.v.t.t.
- zou uithollen
- zou uithollen
- zou uithollen
- zouden uithollen
- zouden uithollen
- zouden uithollen
en verder
- ben uitgeholt
- bent uitgeholt
- is uitgeholt
- zijn uitgeholt
- zijn uitgeholt
- zijn uitgeholt
diversen
- hol uit!
- holt uit!
- uitgeholt
- uithollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uithollen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
creuser | zich geheel verdiepen in | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
creuser | uithollen | delven; doorgraven; graven; uitdiepen; uitgraven; verdiepen |
excaver | uithollen | |
miner | uithollen | iem.'s positie ondermijnen; ondergraven; ondermijnen |
raviner | uithollen | |
saper | uithollen | iem.'s positie ondermijnen; ondergraven; ondermijnen |
éroder | uithollen | eroderen; wegvreten |
évider | uithollen |