Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zoen:
  2. zoenen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor zoen:
    • bisous


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoen (Nederlands) in het Frans

zoen:

zoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoen (smakker)
    le bisou; la bise
    • bisou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bise [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bise smakker; zoen kus
bisou smakker; zoen kus

Verwante woorden van "zoen":


Wiktionary: zoen

zoen
noun
  1. contact de la bouche sur le visage, sur les lèvres, sur quelque partie du corps d’une personne, par amitié, par amour, par civilité, par respect.

Cross Translation:
FromToVia
zoen bec; bise; bécot; baiser; bisou kiss — touch with the lips
zoen baiser Kuss — die Berührung der Lippen auf die Lippen oder beliebige andere Körperteile (einschließlich der Zunge und der Geschlechtsorgane) eines anderen Menschen oder einen, durch diese Geste geliebten oder verehrten Gegenstand

zoenen:

zoenen werkwoord (zoen, zoent, zoende, zoenden, gezoend)

  1. zoenen (kussen)
    faire la bise; embrasser; donner un baiser à
    • faire la bise werkwoord
    • embrasser werkwoord (embrasse, embrasses, embrassons, embrassez, )

Conjugations for zoenen:

o.t.t.
  1. zoen
  2. zoent
  3. zoent
  4. zoenen
  5. zoenen
  6. zoenen
o.v.t.
  1. zoende
  2. zoende
  3. zoende
  4. zoenden
  5. zoenden
  6. zoenden
v.t.t.
  1. heb gezoend
  2. hebt gezoend
  3. heeft gezoend
  4. hebben gezoend
  5. hebben gezoend
  6. hebben gezoend
v.v.t.
  1. had gezoend
  2. had gezoend
  3. had gezoend
  4. hadden gezoend
  5. hadden gezoend
  6. hadden gezoend
o.t.t.t.
  1. zal zoenen
  2. zult zoenen
  3. zal zoenen
  4. zullen zoenen
  5. zullen zoenen
  6. zullen zoenen
o.v.t.t.
  1. zou zoenen
  2. zou zoenen
  3. zou zoenen
  4. zouden zoenen
  5. zouden zoenen
  6. zouden zoenen
diversen
  1. zoen!
  2. zoent!
  3. gezoend
  4. zoenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zoenen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donner un baiser à kussen; zoenen
embrasser kussen; zoenen knuffelen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen
faire la bise kussen; zoenen

Verwante woorden van "zoenen":


Wiktionary: zoenen

zoenen
verb
  1. met de mond liefkozen
zoenen
verb
  1. Donner un baiser
  2. donner un baiser

Cross Translation:
FromToVia
zoenen embrasser kiss — to touch with the lips
zoenen → s'embrasser kiss — to touch each other’s lips
zoenen → faire l'amour; embrasser make out — To kiss or to make love