Nederlands
Uitgebreide vertaling voor weesjongen (Nederlands) in het Frans
weesjongen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- wee: douleur; contraction; faible; lâche; fragile; fade; frêle; insipide; faiblement; maladif; pâlot; pâlotte; fragilement; maladivement; hélas
- jongen: mec; coquin; vilain; espiègle; polisson; garnement; petit brigand; mettre bas; faire des petits
- wees: orphelin; orpheline
- jong: jeune; juvénile; petit; chiot
- zijn: se trouver; vivre; exister; son; vie; présence; existence; réalité; être
- wijzen: montrer; indiquer; signaler; attirer l'attention sur; appeler l'attention sur; désigner; indiquer quelquechose
Spelling Suggesties voor: weesjongen
Wiktionary: weesjongen
Computer vertaling door derden: